En ik leef lekker nog

Je mag dan wel beroemd zijn, maar jij bent mooi lekker hartstikke dood! Sliep uit! En wij gaan lekker nog jarenlang bijhouden hoe lang je al dood bent. En zo vindt Adolf Hitler (dode dictator) zich in het gezelschap van Gregory Lemarchal (dode winnaar van de Franse Idols), Freddy Mercury (dode zinghomo) en Lolo Ferrari (dood bos hout voor de deur). Bien étonné… Maar alle vier in de top tien meest bekeken dode beroemdheden op Je suis mort. Beetje morbide site-je, met biografiën en zo. Geniet er maar van. Als je nog niet dood bent.

Orage, eau des espoirs!


In Frankrijk moeten de kindertjes op school nog steeds hele gedichten uit hun hoofd leren. En niet van die makkelijke! Zware kost, met flink wat woorden die ze niet kennen en die ze later ook nooit meer tegen zullen komen, buiten het kader van het gedicht dan. Dat is dus domweg stampen. En ik héb het wat gedaan, met zoonlief, die daar werkelijk een zware pesthekel aan had. Maar goed, het moest van school. En – ik zeg het heel eerlijk – kwaad zal het ook niet kunnen. Hij heeft op zijn minst geleerd door te zetten om een kutklusje tot een goed einde te brengen. En het is uiteindelijk wel lekker als het er in zit en je kunt het helemaal opzeggen. Triomf! Borstgeroffel! Wel zijn ze het een half jaar later weer kwijt, maar goed.
Bon, bref, in Frankrijk vinden ze het belangrijk om iets van het rijke culturele erfgoed aan die kleine mormels mee te geven. Ze zijn trots op hun Hugo, Verlaine, Rimbaud en Baudelaire. Daar kunnen wij Hollanders nog wat van leren. Kent iemand hier een gedicht van – pak hem beet – Hooft uit zijn hoofd? Of van Hans Faverey dan? Zelf kom ik niet veel verder dan een Haiku van Kees Bunnik, een Ollekebolleke van DRS P en ‘Weet je nog’ van Hans Lodeizen, maar alleen omdat Herman van Veen het zong (sterker, veel mensen schrijven het aan Van Veen toe!).
Ik weet wat! Ik ga de ‘1000 en enige gedichten’ van Komrij uit de kast vissen en mijn kinderen elke avond een écht Nederlands gedicht voorlezen. Weer eens wat anders dan De Spin Sebastiaan. Ook leuk, hoor! (voor ik de Annie MG SmidtSchmidt-maffia over me heen krijg)

Maar hoe kom ik hier nou op? Ik vond een site vol Franse gedichten. Bijna 25.000, dus voorlopig ben je niet uitgelezen. Sommige zijn met de Realplayer ook auditief te beluisteren. Dus is de site ook leuk voor doven! Deze link is naar een pagina waar je gedichten at random krijg voorgeschoteld. Zet hem in je bookmarks en laat je elke dag verrassen.

Cheese! (voor RobertS)

Goeie naam. Want een hobby kan soms net een hardnekkig virus zijn. Je loopt het ergens op, krijgt het zwaar te pakken en je komt er met geen mogelijkheid van af. Herpes. Venerische wratjes, van die dingen. Zo zien de ware hobbyfotografen altijd wel iets fotowaardigs. Iets dat ‘op de gevoelige plaat vastgelegd’ dient te worden. Een Kodak-opportunity.
Zoals te doen gebruikelijk klitten hobbyisten samen in clubjes. En digitale fotohobbyisten doen dat dan natuurlijk in een… juist digitaal clubje. Zoals Virusphoto. Een echte fansite met een forum waar je ervaringen kunt uitwisselen, veel tips en truuks en ook een plek waar je kunt laten zien wat je in je mars hebt. Leuk toch? Ja. Nou niet dan?

Tief op met je gifzooi

Kom ik van de week terug van boodschappen, staat de tuinman op de parkeerplaats met grote jerrycans vol spul te goochelen, spuit in de gereedheid. Ik er meteen naar toe. “Wat ga je doen?” “Even wat onkruid verdelgen.” “Ja, maar ik wil niet dat je gif spuit.” Ontspint zich een discussie over glyphosaat (Round-up) en dat het helemaal geen kwaad zou kunnen. Ik leg hem uit dat men het er inmiddels over eens is dat die rommel wél kwaad kan en dat het internet er vol van staat. Hij riposteert dat ik niet alles moet geloven wat er geschreven wordt. Ik blijf vriendelijk en breng naar voren dat ik dat inderdaad niet doe, want de producent van Round-up heeft ons jarenlang voorgelogen over de afbreekbaarheid van het spulletje. Hij weer, smalend: ‘Maar hoe moeten we het dán schoonmaken. Met de hand?” Ik zeg dat we er zelf wel voor zorgen. Laat maar zitten. Hij haalt zijn schouders op en vertrekt met een koel “Comme tu veux.” dat hij op een of andere manier de lading mee weet te geven van “Zoek het maar lekker uit met je onkruid, zeiksnor.”
Dus ik op zoek naar een alternatief. En dat is er natuurlijk gewoon: de thermische lans. Een flinke brander met een gasfles, en dan lekker de fik er in. Natuurlijk, ook het gebruik van fossiele brandstoffen is slecht voor het milieu. Het allerbeste is gewoon met de schoffel en met de hand wieden. Maar dat is – met name bij het andere huis waar een heel oude oprit is met heel veel onkruid – écht te veel werk. Dus ik bestel hier voor 70 euro een Desherbeur Thermique en trek een lange neus naar de tuinman. Sliep uit!

Update: het is nu een maand later en éindelijk heb ik een werkende désherbeur thermique in huis. Toen ik het ding van Nouveauxobjets kreeg toegezonden, bleek het niet te assembleren te zijn. De slang paste niet op het pistool. Na wat heen en weer mailen werd mij verzocht het ding dan maar terug te sturen. Ik zou een nieuwe krijgen. “En de portokosten dan?” vroeg ik per mail. Het antwoord:
“aller à votre charge retour à notre charge , échange sous garantie”
Zonder ‘salutations’ of désolés’. Dat kostte me dus 8 euro extra.
Onder protest heb ik het ding teruggezonden. Een tijdje bleef het heel stil, maar nu heb ik een nieuwe. Die zo op het eerste gezicht goed te monteren is. In de verpakking geen zat verder geen briefje. Geen cheque of waardebon. Niet eens een compliments card. Niks. Ik raad je zeker aan een désherbeur thermique te kopen. Maar in ieder geval niet bij deze tent.

Bomen

Heb jij dat nou wel eens, dat je ergens in het bos wandelt, en je ziet een boom, en dan denk je ineens wat is dat voor boom, omdat het een rare boom is, of gewoon omdat er heel veel van staan, in zo’n bos, wat op zich niet eens raar is want daar is het een bos voor nietwaar? Maar goed als je dat dus hebt dat je dat denkt dan kun je natuurlijk in een boek kijken waar veel bomen in staan. Later thuis want dat zal je altijd zien dat je zo’n bomenboek dan weer niet bij je hebt (grappig trouwens om te bedenken dat zo’n boek over bomen zelf ook weer van boom is gemaakt, maar dat terzijde) in het bos. Maar wat nou als je zo’n boek helemaal niet hebt? Ook thuis niet. Dan ben je mooi in de aap gelogeerd want dan kom je er dus nooit achter van die boom. Maar gelukkig is er internet, de oplossing voor heel veel dingen en niet van boom gemaakt dus nog milieuvriendelijk ook. Op je computer kun je dan gewoon op een bomensite gaan kijken en dan maar hopen dat je de goeie boom vindt. Nou, tot zover mijn stukje over bomen. Je weet nou wat je moet doen als je een boom uit het bos wilt opzoeken, hè? Nou doei hoor!

Lellen van bellen

Bellen = tranen. Elke keer als ik mijn kinderen een bellenblaassetje gaf, werd het soppotje nog vóór het een kwart leeg was omgesodemieterd zodat de bellenpret een voortijdig einde vond. Huilen natuurlijk, ook al omdat het nooit de eigen schuld was, maar altijd die van broer, zus of hond.
Enfin, die kleine belletjes, daar zijn ze nu te groot voor. Nu is het tijd voor… grote bellen. Ofwel Bulles Géantes. De universiteit van Grenoble zette het recept voor superbellenzeepsop online. Met suiker! En legt verder ook uit hoe je deze indrukwekkende zeepbellen het beste kunt produceren. Leuk voor op de camping. Maar het recept doet het natuurlijk net zo goed bij het stelpen van tranen, als hervulling voor het kleine omgestote potje. Amusez-vous bien!