Bij de koop van mijn eerste huis, in 1995, sloot ik een beleggingshypotheek. Bij de verkoop in 2000 liet ik het beleggingsdepot gewoon staan. Met het idee daar schathemeltje rijk van te worden, gezien de mij voorgespiegelde rendementen. Maar omdat ik sinds die tijd jaar elk jaar ongeveer hetzelfde bedrag in het overzicht zie staan en ik op korte termijn gene herstel verwacht, heb ik besloten de aandelen te verkopen en het geld te investeren in beton. En dan niet in aandelen Betamix of Heidemij, maar in een nieuwe betonnen vloer op de veranda voor ons huis. Die is nodig, omdat ik de dakgoten wil vernieuwen. Namelijk.
Dat zit zo. De zinken dakgoten hangen scheef en lekken. En omdat het dak van de overkapping een beetje verzakt is, blijft er op één plek water in de dakgoten staan. Ze overstromen zo erg dat de dakspanten aan het uiteinde al een beetje beginnen te vermolmen. Het verzakken van de 32 meter lange overkapping komt mede doordat er, naast een viertal honderd jaar oude originele eiken steunpalen, drie wat provisorische metalen palen zijn gebruikt. Die moeten dus vervangen worden. Bovendien wil ik in het midden van het dak een afvoerpijp toevoegen, zodat het water op drie plekken kan wegstromen, in plaats van alleen aan de uiteinden.
Onder de nieuwe palen moeten ook nieuwe funderingen gestort worden. En omdat de betonnen vloer over de hele lengte veel scheuren vertoond, heb ik besloten die ook maar meteen te vervangen. Alles zit aan mekaar vast, in zo’n huis. “The neckbone connected to the shinbone.’
Nou heb ik een offerte voor nieuwe palen gevraagd aan de dorpstimmerman. Die moet je te vriend houden, ook al omdat hij freelance belastingopsporingsambtenaar is, zo gonst het. En die timmerman nam zijn eigen metselaar mee, voor het beton.
Fransen hebben een haat/liefde-verhouding met beton. Ze vinden het fantastisch, maar slagen er niet goed in het te laten doen wat zij willen. Dat geldt vooral voor de ‘artisans’ de kleine vakmannetjes waarvan er hier op het platteland dertien in een dozijn gaan. Als ze in de beton zitten en zich dus ‘maçon’ noemen, zijn ze vaak van Spaanse of Portugese origine. Tweede of derde generatie, maar aan de namen kun je het nog zien. Het is Rodriguez en Gomez wat de klok slaat. De onze heet Ravat-Castanheira, trouwens, dus op zijn minst half Portugees.
Deze artisan nu, zijn stuk voor stuk eigen baasje. Dat betekent dat zij ook écht de baas zijn. Zij bepalen wat er gebeurt, en wat de klant vindt, laat ze Iberisch. Ik behandel mijn maçon dan ook met alle égards. En probeer op slinkse wijze nét even wat meer expansievoegen (joints de dilatation) te scoren dan hij van plan was te leggen. ‘Dat deden ze vroeger ook niet, meneer’ is vaak het excuus. Dat alle betonvloeren van vroeger nu grote scheuren vertonen, is geen valide argument. Verder ben ik van plan om vóór ze gaan storten stiekem de reeds gelegde gravel ondergerond flink nat te maken om te voorkomen dat het beton te snel droogt (het wordt warm de komende dagen). En verder maar duimen dat mijn terras de uitzondering van de regel zal zijn en straks het enige wat op de veranda scheurt mijn dochter is, op haar skates.
Update: het lijkt te zijn gelukt. Op elke vijf meter een uitzetvoeg. Retestrak allemaal. Zou ik het laten lakken, net als het beton binnen? Weet niet of dat mooi wordt.
hallo krek, ik ben je heb je debakel met het beton gelezen. misschien zou je liever een ervaren ex timmerman willen. ik ga de komende 2 maanden een rondje frankrijk doen waarbij ik voor halve dagen beschikbaar ben voor bouw en camping werkzaamheden voor een week of twee en dan weer verder.
Nee, dank je Toon. Ravat bleek zijn vak wel degelijk te verstaan want het kwam allemaal helemaal goed. Mijn veranda ziet er uit als om door een ringetje te halen.
Het voordeel van werken met een lokale leverancier, is dat je garantie hebt. Hij heeft een goede naam te verliezen in de regio, dus als er werkelijk structureel iets mis is, zal hij het wel komen herstellen. Ik zou daarom niet snel een rondtrekkende klusser inhuren. Als jij weer weg bent, ben je ook echt weg.
Precies. Bij ons heeft de jongen uit het aanpalende gehucht de fosse septique aangelegd, serieus en vriendelijk, zoon van de boer die de buren altijd helpt bij het hooien (net als ik) en dat is de beste garantie, nog afgezien van het feit dat het een vakman is. Hij is bovendien een schatje, dat is mooi meegenomen.
En daarmee is de rondtrekkende klusser voldoende afgeserveerd… ook al was dat wellicht niet de opzet. Maar het blijft een feit, dat wanneer je (semi-)permanent in Frankrijk verblijft het aan te bevelen is 1.) niet al je spullen mee te nemen vanuit NL 2) lokale arbeid in te huren 3) je zelf aan te leren dat het in Frankrijk nu eenmaal anders gaat dan in NL.
Dit in willekeurige volgorde.
#opendeuren