Frankrijk: een jachtig bestaan

Je zal maar evenzwijn wezen. Of patrijs, fazant of hert. Dan ben je in Frankrijk je leven niet zeker. Binnenkort kunnen de patronen weer uit het vet, want dan wordt het jachtseizoen geopend. Kun je als onschuldige burger niet meer zomaar door het bos wandelen, omdat je daar het risico loopt rücksichtslos abgeknallt te worden. Zegt die ene jager tegen de andere: “Waar schoot je op?” Zegt de andere: “Ik dacht dat ik iets zag bewegen.” Van die dingen. Het zijn natuurlijk allemaal ecologen, die jagers, die het beste met de natuur voor hebben. Het is natuurbeheer wat ze doen. Als zij niks doen, komen er te veel fasanten. Hoewel?
Bovendien beschermen ze de gewassen van de boeren tegen die lelijke kutreeën die de gore moed hebben om ónze maïskolven op te knabbelen. Weet je wel wat dat kost, op jaarbasis? Persoonlijk denk ik enkele tientallen mensenlevens, want jagers raken niet alleen dieren.
Waar beschaafde landen de jacht al lang hebben verboden, zélfs voor de koninklijke familie, blijft men hier de kolf aan de schouder leggen. Want de jagerslobby is sterk, in de hexagoon. Op een jagerssite leggen ze het zo uit:
1 465 000 chasseurs
70 000 associations
25 000 emplois
2 milliards d’euros de chiffre d’affaires.
Des milliers de bénévoles et 1 500 professionnels en exécution de missions de service public.

Met andere woorden: anderhalf miljoen mensen kunnen het niet allemaal mis hebben. Waar hebben we dat argument meer gehoord?
Overigens houd ik zelf ook wle van een reereetje met morilles hoor, maar dan liefst van een in gevangenschap opgegroeid, lekker vetgemest hert, dat op humane wijze om het leven gebracht is. We laten toch ook onze koeien niet in de vrije natuur los om ze vervolgens voor de sport door een halfzatte bouwvakker te laten afknallen? Nou dan.

Ideetje van Elz

Reacties zijn gesloten.