Dat advertentieteksten van makelaars niet altijd de lading dekken, wisten we natuurlijk allang. We waren immers gewaarschuwd, en dus telden we – met z’n tweetjes – voor vier. En desondanks stonken we er met open ogen in ! Het staat er toch ècht, op de site van een bekende makelaar/OG-handelaar : ‘Het park is gelegen in het departement Creuse..’ en ‘het bewaakte park La Vergne-35 is geheel omheind en…’het bevat ongeveer 100 chalets…’ en meer van dat soort beschrijvingen van een feitelijke situatie.
Kijk, dat er ook stond ‘een unieke kans voor degene die wil leven als een god in Frankrijk, maar daar niet een fors kapitaal aan wil spenderen’, dat hadden we al met een korreltje zout genomen. Je moet door teksten héén lezen; het gaat om de féitelijke situatie, hadden we van te voren tegen elkaar gezegd.
Ook hadden we keurig van te voren een informatiepakket opgevraagd, maar helaas nog niet ontvangen. Ook dat had – achteraf bezien – alarmbelletjes moeten doen rinkelen, maar tsja, wat wil je, als de mentale knop eenmaal is omgezet ‘dat we zoiets maar eens moeten gaan bekijken?’
Toen we dus onlangs een weekje vrij hadden, werd een ritje naar Midden-Frankrijk uitgestippeld. Dan zouden we eens wat pandjes gaan bekijken. En dus ook maar eens Les Hautes de la Vergne in de reisroute opgenomen. Gelukkig zijn de routeplanners en het grote dikke rode ANWB-boek ‘Het Beste van de Weg’ welkome hulpmiddelen, en de reis verliep voorspoedig.
Maar eenmaal in het desbetreffende dorpje aangekomen, sloeg de eerste twijfel toe: dit zag er toch heel anders uit dat de omgevingsfoto’s.
En dan dat smalle weggetje dat de ingang naar het bungalowpark zou moeten zijn: een smal grindpad van amper één auto breed waar het onkruid minstens een meter hoog stond. Niet in de berm, maar op het pad zelf ! Alsof er drie jaar lang geen tractor overheen was gereden.
Het leek alsof we uitgestorven gebied inreden.
Maar die rioleringsbuizen, haspels elektrakabel e.d. langs het weggetje duidden er toch op dat er hier werd gewerkt? Eigenlijk stonden we al op het punt de auto maar te keren (maar dat kon op dat smalle paadje niet), toen we in de verte drie oude vervallen boerenschuren zagen staan, met daarachter een witte caravan. Bij aankomst schoten de ratten weg !
De boerenhoeve was verlaten, dichtgetimmerd en duidelijk al vele jaren niet meer in gebruik (zoals je veel vervallen panden in Frankrijk ziet).
Zouden we dan toch verkeerd zijn gereden?
Dan maar terug, via datzelfde smalle grindweggetje.
En toen, plots, zágen we het: er stond één houten chaletje tegen een berghellinkje. Dus de auto maar weer achteruit gereden (ja, ik pas op !), en te voet tegen de heuvel op.
Aangekomen bij het chaletje valt meteen het gammele trappetje naar de veranda op, en de reclamefolder van de Nederlandse projectontwikkelaar achter het raam. Die naam stond níet in de makelaars-advertentie (natuurlijk niet; de makelaar wil niet dat je zelf van te voren contact opneemt met de ontwikkelaar want dan loopt ‘ie z’n provisie mis).
In het afgesloten chalet, zo valt door de ramen te zien, staan drie plastic tuinstoeltjes en hangen twee grote wandkaarten met de indeling van het toekòmstige bungalowpark. Kortom: kennelijk een model-chalet, in een verder uitgestorvenomgeving.
Niks geen ‘honderd chalets op een afgesloten terrein achter een slagboom’, zoals de makelaar schrijft.
Eenmaal weer thuis in NL, toch maar eens de site van de ontwikkelaar-zelf bekeken. Kijk, die formuleert het tenminste duidelijker: dat het een ontwíkkelingsplan is, dat er zus-en-zo kan kómen. Teksten die duidelijk maken dat het nog niet bestaat.
Alhoewel: sprekend over centrale voorzieningen, en er dan een foto bijzetten van een ànder zwembad en een tafeltennistafel, wekt toch een onvolledig (en vertekend !) beeld.
En wat wil het geval bij thuiskomst? Er is alsnog een mailtje van een Nederlandse makelaar (bij een Franse firma) die we onlangs om een infopakket hadden gevraagd !
En wat heeft hij te melden?: ‘dat het project niet doorgaat, en dat hijzelf voortaan bij die-en-die makelaar werkt’. Of het één met het ander te maken heeft, weet ik niet.
Uiteindelijk is het nog een uiterst plezierig reisje geworden. Alleen al het rijden over Franse (auto-)wegen is een lust voor het oog: na elke bocht een nieuw, adembenemend uitzicht. En zo reisden we van plek A naar B en C en verder, en vlóóg een weekje-LDF voorbij.
Inmiddels zijn we begonnen aan de samenstelling van een nieuw lijstje van daar-moeten-we-eens-langs. En over de terugkeer in Puy-en-Velay en de Franse DDE en het belabberde uiterlijk van Franse industrieterreinen hebben we het een andere keer nog wel eens.
ps – is er geen wettelijke bepaling dat projectontwikkelaars en makelaars niet-langer-bestaande aanbiedingen van hun site moeten halen?