We hebben kippen. Dat zat al een tijd in de planning, maar het wilde niet vlotten. Want gratis eieren, daar komt nog heel wat investering bij kijken. Eerst moest er gaas gekocht worden. En dan niet van dat lelijke kippengaas, maar mooi groen gaas met vierkante gaten van 10 bij 10 cm. Nou blijkt in de praktijk dat gaas – eenmaal uitgerold – niet zo goed te blijven staan. Het valt om. Je moet het ondersteunen met palen. Onze werkster had er nog wat in de aanbieding, en we mochten ook haar hamer lenen. Geen huis- en keuken-hamertje maar een echte tuinhamer. Met een lange steel en een kop van een kilo of twee, drie. Daarmee moesten die palen de grond in geramd worden.
Dat is nog best zwaar werk, als je het niet gewend bent. Waarbij ik – overmand door vermoeidheid wegens de ongewone lichamelijke inspanning – één keer de paal schampte en de hamer keihard op mijn voet sloeg, met een fikse bloeduitstorting tot gevolg. Nog een geluk dat er niks gebroken was. Dat zal me leren de hamer met twee voeten vast te houden.
Enfin, de palen stonden en met hulp van zoonlief werd het gaas er tegenaan gespijkerd. Het werd een fraai geheel. Aan één kant bricoleerde ik een handig soort deurtje in het hek, met aan het eind een vertikale stok die met twee ogen aan wat oude deurscharnieren kon worden gehaakt. De kippen konden komen!
Ik had een vriend gevraagd wat voor kippen ik moets kopen, maar, zo zei hij: “Les poules, ça ne s’achète pas, ça se donne.” Hij zou ons wel een drietal kippen uit eigen fok geven. Na een paar weken wachten – ze waren nog te jong om te verkassen – leken ze eindelijk volwassen genoeg. Het waren nog steeds tamelijk kleine kipjes, maar dat lag aan het merk. Bantam-kippen. Zo groot als een kraai, ongeveer. We zetten ze binnen in het hok, waar ze dan een etmaal moesten wennen vóór ze naar buiten mochten.
Helaas wisten ze al veel eerder te ontsnappen, zodat ze in het omheinde gedeelte terecht kwamen. Nog geen man overboord, zou je denken, totdat bleek dat ze simpelweg door het gaas konden kruipen. Nou was dat ook ‘grillage de moutons’ en kippen zijn inderdaad kleiner dan schapen, maar we hadden toch verwacht dat de mazen klein genoeg zouden zijn. Daar liepen ineens drie kippen vrij door de tuin. Die kregen we dus nooit meer te pakken, want een kip, dat loopt als een kievit.
Die avond moesten we uit eten, en we kwamen pas na middernacht terug. De kippen waren al lang op stok. Helaas bleken slechts twee van de drie kippen de weg naar het nachthok teruggevonden te hebben. Van de derde geen spoor. Waarschijnlijk door een vos verschalkt.
Dit waren kortom niet de juiste kippen voor ons. Te klein. De twee overgebleven kipjes werden de volgende avond in het donker (dan zien ze namelijk geen kip en kun je ze zo oppakken) in een doos gestopt en de volgende dag terguggegeven aan onze vrienden. We waren weer kiploos. Maar niet voor lang.
De week erop zijn we naar de markt in Louhans gegaan om nieuwe kippen te kopen. Met als belangrijkste selectiecriterium: groter dan de gaten in ons gaas. We vonden een drietal mooie rosse dames en kochten er meteen maar een flinke zwart-witte haan bij. Ze gingen met zijn vieren in een veel te klein doosje. We hebben ze snel thuis gebracht en in het hok opgesloten.
Dat was afgelopen maandag. Ze zijn nu gewend en mogen overdag rondlopen. De eerste dag is er wel eentje ontsnapt, omdat kippen vogels blijken te zijn, en dus ook kunnen vliegen. Over het gaas heen. Gelukkig kwam ze ook uit zichzelf weer terug. De eerste avond hebben we ze in het hok in een hoek gedreven om ze en voor een te kortwieken met een keukenschaar. Doet geen pijn, zo lang je je maar niet in je vingers knipt.
Nu lopen de kippetjes doodgemoedereerd in hun kraal te scharrelen. Ze krabben wat, pikken wat, gaan af en toe naar binnen om wat te drinken uit het pannetje water dat we daar voor ze neer hebben gezet. En… ze zijn zelfs al aan het leggen. De eerste twee eieren hadden geen schaal, alleen een soort taai vlies, maar dan kan van de stress zijn. We voeren ze nu kalk met zout bij om ze voldoende schaalbouwstoffen te geven. En verder krijgen ze speciale legkipvoeding, dus het moet in orde komen.
Overigens kochten we de kippen in principe voor de verse eitjes. Maar het heeft ook wel iets rustgevends, een kip. Die beesten zijn zo vertederend dom. Er lijkt werkelijk niets in hun kippehersentjes om te gaan. Ze lopen wat, pikken wat, poepen wat en maken knorgeluidjes. Dat is al. Kippen zijn zen.