Het tourcircus trekt weer door Frankrijk, dit tot groot genoegen van de wielerliefhebbers. Wereldwijd kijken miljoenen mensen naar de TV en er staan hordes langs de kant van de weg. Ook Nederlanders willen van het spektakel zoveel mogelijk meepikken en volgen de karavaan met campers, tenten en wat al niet. Leuk is natuurlijk dat het in de vakantiemaand juli valt en dus kan er van de renners en het mooie Franse landschap dubbel genoten worden. Niet iedereen is daar even blij mee. We praten met Loes Remkers. Zij beheert een Nederlands sprekende camping in het departement Hérault (34). Op zondag 17 juli, in de 15e etappe van Limoux naar Montpellier, passeert de Tour de camping op een steenworp afstand. Op zich heb ik daar geen problemen mee, zegt Loes. Het vervelende is echter dat er dan op mijn camping als het ware een Nederlandse tsunami plaatsvindt. Volgens nieuwe Europese campingregels mogen wij, als Nederlands sprekende camping in Frankrijk, geen Nederlanders weigeren. We zijn gewoon verplicht om ze voor een dag onderdak te verlenen. En dat wielrenvolk wil dat ook maar voor een dag. Vervolgens worden al mijn provisiekasten geplunderd, nou ja, tegen betaling dat dan nog wel. De dag erna ziet mijn camping eruit als een slagveld. Het duurt minstens een week voordat mijn vaste gasten bekomen zullen zijn van deze jaarlijkse overval. Nee, blij ben ik niet met die Tour de France, dat moge wel duidelijk zijn.