Gisteren de grasmaaier opgehaald, die voor de zoveelste keer stuk was. En meteen maar het gras gemaaid bij ons tweede huisje. Dat viel nog niet mee, want het was hoog en ik had de ‘déflecteur’ bij de reparateur laten liggen. Dat is die zwarte kap die aan de achterkant het gras naar beneden leidt. Dus maaide ik met een mooie groene pauwenstaart achter me aan, die door de sterk wind naar het Zuiden werd geblazen. Dit betekende dat ik moest beginnen aan de zuidkant van de tuin, om niet steeds meer oud gras onder mijn machine te krijgen. Bovendien wilde ik alleen bochtjes met de kop naar het Noorden maken, omdat ik anders al het gras in mijn nek geblazen kreeg. Klapgijp! Zo stuurde ik dus in een ingewikkeld patroon de tuin rond. Van mijn gade had ik opdracht gekregen het stuk onder de kastanjebomen ongemoeid te laten omdat ze dit weekend nog tamme kastanjes wilde rapen. Die tuin heeft dit jaar naast genoeg pruimen voor een weeshuis ook zeker 25 kilo walnoten opgeleverd. En nu dus nog die ‘marrons’. Dat zullen we vanmiddag wel doen, denk ik. Dan gaan we ook naar een speciale ‘brocante des cuisinières’ in Tournus, waar alleen keukenspulletjes verkocht worden. Inkopen voor Hiromi d’r winkeltje. En zo blijven we lekker bezig hier in het Franse.