Eerste Nicolumn: Mannetjes en vrouwtjes

In 1984 verhuisde ik van de ene op de andere dag naar Frankrijk. Het plan speelde al jaren maar de uitvoering ervan kwam toch nog onverwacht. Ik stouwde de 2-CV vol met onontbeerlijke dingen voor de eerste tijd, zette Freud, mijn hond er bovenop, liet de kat van zeventien jaar oud bij een buurman die er voor zou zorgen dat het beestje na een paar dagen op het vliegtuig werd gezet en vertrok.

De eerste tijd was geweldig, ik zat in de zon voor mijn kleine gehuurde huisje. Maar het geld raakte op en er moest gewerkt worden. Ik belandde in een boetiekje in St. Paul de Vence, boven Nice, een soort Frans Volendam. Een baantje voor drie maanden en na die tijd kocht ik de boetiek.

Deze column gaat over belevenissen in en om de boetiek, over vrienden en collegae en tevens staan er brieven in die ik schreef aan een vriendin als ik in het buitenland was om in te kopen.

Sommige verhaaltjes verschenen al eerder in het hier in Zuid-Frankrijk uitgegeven ‘Holland-Côte d’Azur Magazine’ onder de naam ‘Nicolumns’.

Mannetjes en vrouwtjes
Ik ben weer verhuisd, de derde keer in anderhalf jaar tijd. Vreselijk.
Afgezien van het verhuizen zelf, betekent dat dus ook weer gasfornuis, wasmachine, TV. etc…..aansluiten. En dat is het ergste….Vooral als je in Nederland al niet weet uit te leggen bij de doe-‘t-zelf-zaken wat je precies wilt hebben, laat staan in het Frans.

’t Begon al met de TV, waar bij mij een draadje uitsteekt met een priegeltje eraan en uit de muur steekt ook een draadje met zo’n zelfde priegeltje eraan. Ik nam aan dat het de bedoeling was dat het ene priegeltje in het andere zou passen, maar dat was niet zo, het waren twee dezelfde. Ik naar Mr. Bricolage en ik leg de kwestie uit.
Hij zegt: “Heeft u misschien twee mannetjes?”
Ik zeg: “Wat zegt u?”
Hij herhaalt: “Heeft u misschien twee mannetjes?”
Ik zeg verbolgen: “Dat gaat u niets aan, ik kom hier voor mijn antenne…”
Dom, dom, dom, in het doe-‘t-zelf-jargon schijn je te spreken over mannetjes en vrouwtjes aan het uiteinde van een antennedraad en zeker niet over priegeltjes.
“Nou ja”, zeg ik, “ik heb gewoon twee dezelfde priegeltjes”..
De lieverd zegt geduldig: “Dan zijn het of twee mannetjes of twee vrouwtjes en dat past niet. Gaat u thuis eerst maar eens kijken wat u heeft”.
“Maar hoe herken dan ik of ik twee mannetjes of twee vrouwtjes heb? vraag ik bijkans wanhopig.
Mr. B., door de wol geverfd, legt me een soort Adam-en-Eva-verhaal uit en ik naar huis. Ik kom terug en zeg zelfverzekerd: “Het zijn twee vrouwtjes.”
“Glimlachend zegt ie: “Dan geef ik u er twee mannetjes bij.”
Dat leek me ook verreweg de beste oplossing en zowaar, het paste.

Nu de wasmachine nog. Uit het apparaat komen twee slangen en uit de muur slechts één. Volgens mijn ‘kennersblik’ is hier ditmaal geen sprake van mannetjes of vrouwtjes, maar wat dan wel?
Enfin, eerst maar eens een andere Mr. Bricolage zoeken, want met mijn domme vragen, durf ik nooit meer dan één keer naar dezelfde winkel toe.

Nicole

Reacties zijn gesloten.