Coups de cœur

Heel, héél lang geleden, ik was 18 en onbezonnen, ben ik eens naar Aix-en-Provence gelift met een studievriend, Mike van de Burg of Van den Bergh daar wil ik vanaf wezen (ik krijg nog een Petit Robert van je Mike!). We deden dat wel vaker, zomaar de duim achterna naar het zuiden, en waren ook een keer in Bretagne terecht gekomen, maar dit keer hadden we een doel. Mike kende namelijk wat mensen in Villefranche sur Saône, dus daar wilden we in ieder geval naar toe. Het ging uiterst voorspoedig, ook al omdat we een heel eind met een vracht bloemen uit Hillegom mee konden rijden, en we bleven een nachtje in Villefranche. De volgende dag besloten we niet terug te keren, maar vérder te gaan, naar de Midi. Uiteindelijk kwamen we in de auto terecht bij een zeer kokette wat oudere dame. Tenminste, voor ons was ze ouder maar als ik nu achteraf terugdenk zal ze rond de dertig geweest zijn. Ze was een nogal hups, theatraal type met een opwaaiende zomerjurk en glanzend-bruine blote benen dat ons alleen mee wilde nemen als we heren zouden blijven. Welnu, dat beloofden we en we hielden haar wakker tijdens de rit. Ze had de avond daarvoor een theaterfestival bezocht en was daar nog wat moe van. Enfin, ik bespaar je de details. We bleven inderdaad keurige heren en (achteraf bezien weer) ietwat teleurgesteld zette ze ons in het centrum van Aix-en-Provence af. Daar zochten we een camping (geloof ik, maar het kan ook een klein hotelletje geweest zijn, of het park) en we begaven ons in het stadsleven. Wat een heerlijke stad! Je zit op een terrasje en de complete beau monde trekt aan je voorbij. Rank en elegant, in de fijnste couture. Op een gegeven moment had ik het gevoel dat ze al die mooie mensen hadden gecast. Dat ze aan het eind van de straat in een vrachwagen werden geladen en teruggereden naar het begin zodat ze opnieuw bij ons langs konden komen.
Ineens viel mijn oog op een meisje, gewoon vlak bij ons op het terras. Een wondermooi meisje. Jaar of 14 à 16. Ik kon mijn ogen niet van haar af houden en zij had dat door. Ze smiespelde wat met haar ouders, die naast haar zaten, lachtten en nieuwsgierig nét niet naar me keken. Op een gegeven moment begon haar vader aanstalte te maken om te betalen. Mijn hart sloeg over. Ze zouden zo gaan! Ik kón dat niet zomaar laten passeren. Ik krabbelde mijn adres op een bierviltje, stond op, rende naar een balonnenverkoper en kocht een groot rood zwevend hart. Dat heb ik haar gegeven met de gestotterde woorden: “Vous êtes tellement belle, je vous donne mon cœur!” Ze bloosde hevig, zoals het hoort, en verdween met haar ouders, mijn hart én het bierviltje in de menigte. Later hebben we nog veel warme brieven met elkaar uitgewisseld en ik zou haar na jaren nog een tweede keer ontmoeten om te ontdekken dat ze de ballon bewaard had. Maar dat is een ander verhaal.
Wat ik maar zeggen wil… als je die ene ziet, op straat of in de tram, en je hart slaat op hol, laat dan de kans niet voorbij gaan. Dóe iets. Geef je adres of je nummer. Stap niet uit als je halte komt. Volg je liefde tot aan het eindpunt. Dóe iets! Want hoe groot is de kans – welbeschouwd – dat hij of zij ooit jouw oproep op Dis-le-lui leest?

Reacties zijn gesloten.