Van de week spraken we al eens over paddestoelen, want ook dát jachtseizoen is geopend. Hier in de buurt zie je de hele dag mensen met plestik zakjes door de weilanden lopen op zoek naar onder andere de ‘roses des prés’, witte, smakelijke paddestoeltjes. Dat ze bij de zoektocht naar garnering van hun runderlapje vervaarlijk snuivende Charollais stieren moeten trotseren deert ze kennelijk niet. Een kennis van ons, met ook een huis in de campagne Bressane, zag een paar dagen achter elkaar elke ochtend om 7 uur een wit autootje (in Frankrijk verkopen ze alleen maar witte autootjes) stoppen en iemand door haar tuin lopen, over het hek de wei in klimmen en een zak vol paddestoelen vergaren. De volgende morgen is ze er zelf om 6 uur uit gegaan om de wei leeg te plukken. Om zeven uur kwam het autootje weer. Ze heeft nog even vrolijk gezwaaid naar de verbouwereerde bejaarde die met lege handen uit de wei terug haar tuin in klom en teleurgesteld afdroop. Maar goed, dit terzijde. Naar aanleiding van mijn vraag wat voor paddo’s mijn tuinman had gevonden (volgens hem hoogstwaarschijnlijk overheerlijke mousserons maar het konden ook dodelijke boleten zijn), ben ik eens een beetje gaan struinen op het web. Ook daar heb ik een aardige oogst weten te vergaren. Deze, deze, deze en deze. De meeste zijn al in het café van de week aan de orde geweest, maar ééntje wilde ik jullie toch niet onthouden. Het is het dagboek van een schoolmeester, die prachtige foto’s van zijn paddenstoelenoogst heeft gemaakt. Als je even tijd hebt, kun je ook de rest van zijn blog bekijken. Het is de moeite waard vanwege de luchtige toon – zeker niet schoolmeesterachtig – en de fraaie fotografie.