Idee van vaste bezoeker Ferry, die een voorzet gaf op Frankrijkforum. Daar wordt hij echter niet ingekopt. Opnieuw vult Hollandais en France de lacune! Doe mee met het vervolgverhaal over de Hollandse Sloeber, die droomt van een nieuw leven in Frankrijk…
Tip: schrijf je bijdrage offline, en knip/plak hem na correctie in het reactieformuliertje.
Tip2: Steek je kleem! Laat hier weten dat je bezig bent, anders is een ander je misschien vóór en sluit je verhaal niet meer aan!
Deel I
Sloeber koopt een huis
Na 15 jaar vakanties in Frankrijk en evenzoveel tijd etalages van makelaars te hebben bekeken, trekt Sloeber de stoute pantoffels aan, verzamelt al zijn moed en stapt zo’n makelaardij-winkel binnen, waar gelukkig op de deur een bordje hangt met ‘wij spreken Nederlands’. De winkel is leeg en het enige wat herrie maakt is de ventilator wiens enige taak het verplaatsen van warme lucht lijkt te zijn. Het zweet staat Sloeber op het voorhoofd en net als hij besluit maar weer te vertrekken hoort hij achter zich:
we hebben nog geen titel!!!
wie de beste/leukste titel bedenkt krijgt het eerste exemplaar gratis (als we het ooit kunnen laten drukken) 8)
En een eervolle vermelding op
http://www.la-vie-en-france.nl
Even over tip 2: is het juist misschien niet leuk om verschillende verhalen tegelijk te laten lopen, als dat zo uitkomt, of houden we het strikt bij 1 verhaal? En er worden nu alleen maar opmerkingen gemaakt, een vervolg heb ik nog niet gezien.
Komt dat nu omdat niemand het lef heeft om het verhaal een stap verder te zetten?8)
Deel II
“Bonjour Monsieur”
Sloeber draait zich weer om en voor hem staat een vrouw, overduidelijk een francaise. Sloeber is duidelijk onder de indruk van haar. Het is een prachtige vrouw met een glimlach zo mooi, dat heeft hij in zijn leven niet vaak gezien. Hij is door haar overdonderd en het zweet breekt hem uit. Wat nu? Zijn hersenen werken op topsnelheid: “wat doe ik nu, antwoord ik in het Frans of Nederlands, wat moet ik zeggen” Hij weet niet meer wat hij moet doen of zeggen, is volledig uit het veld geslagen en stamelt uiteindelijk: “Bonjour madam”. De vrouw glimlacht en zegt: “Ah ik hoor het al, u bent een Nederlander. Sloeber baalt, na jaren franse lessen heeft hij dus nog steeds een nederlands accent. Hij voelt zich enigszins beledigd en een beetje cynisch vraagt ie: “is dat zo duidelijk dan?”
deel III
De vrouw glimlacht. Een Nederlandse herkent een Nederlander van grote afstand. Bovendien zag ik de Nederlandse krant onder uw arm.
Sloeber haalt de krant onder zijn arm vandaan. Er zit een Franse krant onder.
“Ach”, zegt hij, “de volgende keer zal die truuk niet meer lukken”. En hij vouwt de Nederlandse krant in de Franse.
“Wat kan ik voor u doen, meneer?” vraagt de knappe vrouw.
grr….grrr……. Het leek te resoneren in de benauwde kleine ruimte. Geschrokken draaide Sloeber zich om . Voor hem stond één van de mooiste Dobermann pinschers die hij ooit had gezien , perfecte borsthoogte , hoog op te poten , kortom een super exemplaar.
Het beest staarde hem broeierig aan . ” Aristide, viens ici ” klonk een gebiedende stem . Wederom kreeg die arme Sloeber een schok te verwerken , maar nu een aangename. Daar stond een supernana uit het land van Marianne, trots opgericht naast haar Dobermann. Grote donkere ogen vanuit een ovaal gezicht namen hem goedkeurend op,.Een rose jurkje kleefde aan haar slanke lichaam . ” Kan ik u ergens mee elpen ? ” vroeg ze met een charmant Frans accent.
Sloeber was de goedkeuring uit haar blik niet ontgaan. Hij was het weliswaar gewend, maar toch,het deed hem wel wat , iedere keer opnieuw.
Hij zag er dan ook prima uit in zijn tweedehandse Armani ( www marktplaats. nl ) Het pak viel perfect om zijn slanke lijf , waar als midveertiger nog geen vetdepot viel te bespeuren .
Een verzorgd baardje omlijstte zijn aristocratische trekken.
Van de weeromstuit -na 15 jaar kamperen tussen de Fransen – sprak Sloeber inmiddels perfect Frans : Eh , eh , j’envisage l’acquistion d’un bien en France ” et …… Charmant lachend onderbrak ze hem.
Ah, u wilt hier een huistje kopen , meneer . Dat is geen probleem , ik heb wel iets wat u zeker interessant zult vinden. Volgt u mij maar naar achter, daar is de videiotheek met onze huizen. Aristide , kom riep ze gebiedend, Gedwee volgde de hond haar en al even gedwee sloot Sloeber de rij…… de blik op haar rose, slanke rug, en het verstand even op oneindig
Zijn verstand kwam amechtig terug, toen bleek dat Aristide in de videoruimte nog 1 broertje bleek te hebben: Tue-Rosbif! (Volgens supernana de goedheid zelve, maar zijn naam deed anders vermoeden.) Met een achteloos gebaar liet Elodie (hoe kon ze anders heten…) hem in een van de ongemakkelijkste stoelen die je je voor kunt stellen plaats nemen. Vervolgens drukte zij een videoband met veel geweld in de recorder en leidde Sloeber vervolgens af met de vraag of hij iets wilde gebruiken….Sloeber was al van zijn a-propos door Aristide en Tue-Rosbiff en begon te stotteren:…
Eh….dddoe mij maar een Schweppes. Sloeber begon het nu toch wel wat benauwd te krijgen. Geheel tegen zijn gewoonte in hield hij het nu even alcoholvrij. Hij dacht aan wat zijn lieve moeder hem altijd had voorgehouden. ” Bèr”, sprak ze dan , haar troetelnaampje voor haar lievelingskind. ” Bèr, ga nooit met vreemde vrouwen naar donkere plekjes , want daar gebeuren dingen waar je later spijt van krijgt…” Over Dobermanns had ze eigenaardig genoeg nooit gesproken. ” Hier is je Schweppes”, zei Elodie. ” Dank je , dat zal smaken ” zei Sloeber en raakte daarbij , per ongeluk expres even haar zachte poezelige armpje aan. Tue-Rosbiff gromde diep vanuit zijn keel en sloop wat dichter naar hem toe. ” Ze doen niets hoor ” zei Elodie en lachte parelend.
” Je kent toch het spreekwoord : bijtende honden blaffen niet ! ”
” Maar wacht, ik zet de video aan “.
Vanuit verborgen luidsprekers dreunde opeens waanzinnige techno house door het schemerige kamertje.
Verrast zal Sloeber de aankondiging op het scherm :
I M A G O presenteert met trots
……..
I M A G O est fier de présenter ……
I M A G O proudly presents …..
Sloeber, het hele verhaal!!!
http://www.la-vie-en-france.nl/sloeber-in-frankrijk.html
Een prachtig kasteel verscheen in beeld. Met een prachtige rozentuin, een zwembad, paardenstallen, een slordige 20 kamers en 5 badkamers. De commentaarstem prees het object aan als “zeer bijzonder” en “geschikt als conferentie-oord, luxe-hotel e.d.”. De prijs bedroeg een slordige 1,5 miljoen euro’s.
Sloeber verslikte zich in zijn Schweppes. Hij gebaarde dat hij iets wilde zeggen. Namelijk dat zijn budget helemaal niet toereikend was voor een dergelijk object. Hij zocht gewoon een lief klein huisje voor maximaal 40.000 euro’s. En liefst nog wat minder. Elodie zag zijn gebaren echter niet en de video-presentatie begon met het aanprijzen van het tweede object……………………….
een ietwat bouwvallige manoir, met prachtige paardenstallen, mogelijkheden te over om uit te rijden en dit geheel was je eigendom te maken voor het vriendenprijsje van een kleine 2 mln euro. Sloeber maakte zijn Armaniboordje wat ruimer met een trillende vinger. Dit ging he-le-maal de verkeerde kant op! Hoe moest hij deze juffrouw afremmen. En zonder zijn gezicht te verliezen natuurlijk. Sloeber ging heftig hyperventileren, ondertussen druk gebarend richting beide honden., die hem overigens geen seconde uit het oog verloren….Sloeber voelde zich plots erg licht worden in het hoofd, in zijn oren klonken van die vreemde onderwatergeluiden. Langzaam gleed hij uit zijn ongemakkelijke zetel……..
het voorstel van Marjan o verschillende verhalen/hoofdstukken door elkaar te laten lopen is wel aardig, maar dan moet iedereen zijn/haar bijdrage wel nummeren bijv 001.12 dat betekend dat je aan deel 1 een twaalfde bijdrage levert wat aan zou moeten sluiten op de elfde bijdrage . hier vast een drietal delen.
deel 1 Sloeber koopt een huis
deel 2 Slober en de verbouwing
deel 3 Sloeber en de visite
ik begrijp dat Jan op La-vie -en-France het overzicht een beetje bijhoudt of gaan we dat zelf doen Krek??
over een week of wat als er genoeg bijdrages zijn geleverd zal ik een profiel maken van Sloeber
Ferry 8)
Maak het maar ingewikkeld, Ferry ;). Als jij de regie doet, mag wat mij betreft Jan het overzicht bijhouden. Frankrijkverhalen zijn toch een beetje zijn ‘core business’. Overigens moet dan wel iedereen het daarmee eens zijn, want het copyright ligt tenslotte bij de individuele auteurs (blijft ook overvreemdbaar zo, trouwens).
Als niemand bezwaar maakt, die we het zo.
001.009
Langzaam en verward kwam Sloeber bij zijn positieven en deed zijn ogen open, SHIT, MERDE alles blijft donker, hij zag niets meer. Hij dacht ik ben blind geworden, wat zat er in die schweppes?? En die vreselijke lucht, die stank waar kwam dat vandaan? Heel langzaam stroomde het leven terug in het slappe lichaam van Sloeber en daarmee ook het licht in zijn ogen. Hij was niet blind geworden het was gewoon stikdonker in de ruimte waar hij zich bevond. De contouren van een dobberman die het commando “VAST” had gekregen werden ook zichtbaar. Op 15 centimeter van Sloebers gezicht zat Tue-Rosbiff hem met priemende oogjes aan te staren, tong uit de bek en elke spier gespannen, klaar voor de aanval. Tjeemig de peemig dacht Sloeber, die lucht wat krijgt dat beest te eten?? In het donker klonk opeens……
Een deur die openging. Een streepje licht werd zichtbaar.
“Die meneer viel opeens flauw” zei een vrouwenstem, “dus ik dacht laat ik de médecin maar even halen”. Het licht floepte aan en Sloeber zag de vrouw die hem in de makelaardij had aangesproken samen met een kleine man met een dokterskoffertje.
“Ah”, zei de man met het koffertje, “zo te zien is uw cliënt alweer bij zijn positieven gekomen, mademoiselle Elodie”.
Hij boog zich over Sloeber heen, keek diep in zijn ogen en zei: “Een beetje frisse lucht zou heel goed zijn voor deze meneer. Mlle Elodie kunt u de honden even koesthouden?”
De dokter hielp Sloeber overeind en liep met hem via de makelaardij naar buiten waar hij Sloeber op een bankje liet plaatsnemen.
Annemarie, niet vergeten te nummeren dit was 001.010 😀
001.011
Sloeber hing op het bankje, zijn hoofd rustte zwaar op zijn handen en zijn ellebogen op zijn trillende knieen. Hij rook dat de honden niet ver waren. Wat was er toch met hem aan de hand? Hij zag dat het intussen al behoorlijk veel later moest zijn geworden: het schemerde al wat tussen de platanen. Hoe lang heb ik in die ruimte gelegen, dacht hij. Hij probeerde zijn hoofd op te richten om op zijn horloge te kunnen kijken, maar zodra hij zijn ogen wilde inspannen, werd hij weer duizelig. Hij hoorde het ongeduldige getap van de pen van M.elle Elodie op haar vingers. De dokter had intussen Sloebers pols tussen zijn vingers en keek daarbij op zijn eigen horloge Binnen ging een telefoon. Met een zuchtje van opluchting repte Elodie zich erheen……gevolgd door Aristide.
waar blijft iedereen? Is de inspiratie weg? Of moet er een betere cliffhanger komen?
Ik ga er op broeden vanmiddag.
Helaas kan ik de 2-persoonshangmat niet meer kwijt, nu wij wat bomen hebben gekapt :-(.
En hoezo “dolce far niente?” Denken is zware arbeid……….
Voor sommigen misschien, Dineke. Mij kost het weinig moeite.
ach ja, die kon je natuurlijk inkoppen, Krek
Ja, dat was een kans die ik niet kon laten liggen. Maar verder vind ik het hier behoorlijk stil aan het worden. Waar is Annemarie? Waar is Marjan? Waar is Ferry? Waar is Jørgen? Waar zijn al die andere schrijftalenten die bij kunnen dragen aan het succes van deze prille site?
Annemarie moet werken zo af en toe (full-time). Ben een collega aan het inwerken, maar die moest nu even haar EHBO-verplichtingen nakomen, dus kan ik gauw even kijken.
😀
001.012
De dokter zei: “Ah de pols voelt nog wat zwak, maar toch weer regelmatig”.
Hij keek Sloeber onderzoekend aan.
“Misschien kunnen wij even naar mijn spreekkamer gaan, om de hoek”
Sloeber stond langzaam op van het bankje. Het idee weg te gaan van de makelaardij met het benauwde donkere kamertje en de grote honden sprak hem wel aan. Mlle Elodie stond nog steeds druk te telefoneren.
Nog enigszins onzeker op zijn benen volgde Sloeber de dokter naar de hoek van de straat.
001.013
De frisse lucht en de wandeling deden Sloeber duidelijk goed. Eenmaal aangekomen in de spreekkamer voelde hij zich weer helemaal op geknapt. de dokter bood Sloeber een glas rode wijn aan en daarmee was ook zijn geestelijke gezondheid weer op peil. A propos, zei de dokter “wat is het eigenlijk dat u wilde bij Mlle Elodie?”
kom op Krek
Doe óók ’n duit in het zakje!
001.014
“Mag ik u even een tegenvraag stellen , dokter” ,zei Sloeber.
“Bent u soms van Nederlandse e/o Joodse afkomst ?. In Nederland zijn we namelijk ook gewend om dergelijke rechtstreekse vragen te stellen. Maar ik blijf beleefd:ik was daar om verschillende redenen , die ik u verder niet zal uitleggen. Ik wil u echter toch bedanken voor uw hulp en uw wijn,.Die is overigens niet echt geweldig , een ietwat azijnachtige afdronk. Als dank voor uw bijdrage krijgt u van mij een Delfsblauw vaasje, een collector’s item, heel leuk voor naast de computer. “Sloeber haalde uit zijn linkerbroekzak het vaasje en zette het voorzichtig op het bureau van de dokter. Voordat deze van zijn verbazing bekomen was, liep hij met grote stappen de deur uit. Mlle Elodie was nog niet klaar met hem…
De visite is losgebarsten en mijn vrouw is in haar voet gestoken door een frelon (soort wesp aan de stereoïden) en kan alleen hinkelen. Bovendien schrijf ik alleen als ik er voor betaald wordt ;-).
Maar wie weet….
PS: duit in het zakje? Duit in het zakje???? Denk je dat die dagelijkse 2 à 3 vermakelijke berichtjes met nuttige linkjes (waar overigens niet op gereageerd wordt) uit de lucht komen vallen?
001.015
De dokter bleef verbaasd achter in zijn spreekkamer, het glas rode wijn in zijn rechterhand en staarde beurtelings naar het Delftsblauwe vaasje en de deur waardoor de ‘étranger’ zojuist was weggebeend.
Hij haalde zijn schouders op. Hij had gehoopt dat Sloeber op zoek was naar een huisje, maar ach als de ‘hollandais’ geen interesse had voor het huisje van zijn onlangs overleden vader, dan kon hij daar ook niets aan doen.
Sloeber was intussen teruggelopen naar het makelaarskantoortje van Mlle Elodie. Hij zou haar ditmaal gewoon zijn wensen vertellen en zich niet in de videoruimte laten stallen met ‘objecten’ die voor hem onbetaalbaar waren.
Het makelaarskantoortje was echter gesloten. De luiken zaten voor de ramen en een briefje op de deur vertelde hem dat ‘wegens bezichtiging met een cliënt’ het kantoortje vandaag niet meer open zou gaan.
Doe ik toch iets helemaal verkeerd Krek…………….Ik schrijf me te pletter (twee artikelen dit jaar) , maar een zak met geld, ho maar. In het Historisch circuit allemaal liefdewerk oud papier. Maar ach t’is leuk, da’s ook wat waard. 😉
kom op met die duit Krek !! 8)
Ja, ik ben er weer, heb de afgelopen dagen in het ziekenhuis gezeten met de jongste, ze heeft een nierafwijking en is geopereerd als baby en had afgelopen vrijdag pijn met plassen, en ja dan is het stressen met onderzoeken, echo’s, bloed prikken, urine etc. Enfin, ze gaat nu de goede kant op nu ze antibiotica heeft….
ik zie dat je d’r bent Krek,
schrijven ! !
blij dat het de goede kant opgaat Marjan 😉
dank je Ferry
deze praat moet naar Chez Roger Francoise (
je hebt helemaal gelijk
Altijd naar, een kind in het z.huis.Fijn dat het weer de goede kant opgaat.
Heb het ff te druk (tuinperikelen en er komt straks een eter).
laten we ook maar beginnen met deel 2
SLOEBER EN DE VERBOUWINGEN
niet vergeten te nummeren de stukjes over de verbouwingen beginnen met 002 8)
Vertwijfeld liep Sloeber in de grote bouwmarkt rond. In Nederland was hij wel eens bij de Praxis en Gamma geweest maar dit sloeg alles. Hij zag medewerkers van de bouwmarkt op de fiets rondrijden, hoe groot was dit gebouw wel niet? Zijn Franse over buurman had hem hiernaar toe verwijzen toen die aan het plastic zakje van de veel te dure locale brico had gezien dat Sloeber duidelijk geen idee had waar hij de bouwmaterialen moest kopen. Goh, dacht Sloeber, het was wel zo makkelijk geweest als ik een soort boodschappenbriefje had gemaakt. Dan maar gewoon bij het begin beginnen en alle gangen maar doorlopen dan wist hij gelijk zo’n beetje waar alles lag. “PLING PLONG” klonk het door de hal ” nous vous informer, que le Brico fa fermez” ” voulez vous met uw aankopen naar de kassa gaan?” Non de J……. dacht Sloeber, gebeurd het me weer. Die stomme winkels hier gaan tussen de middag dicht. Een gang verderop ontstond tumult. Sloeber hoorde een overslaande stem roepen ” ici, viens ici, kom hier..gvd ICI……Tue Rosbiff….. VIENS ICI!!
gaat Sloeber nu iets verbouwen, wat hij nog niet heeft aangeschaft? Gaat dat wel goed? Hij weet helemaal niet wat voor spullen hij nodig heeft voor zijn bouwval, toch?
(of mis ik iets…)
Dineke, dat was een voorstel van Marjan (09/07) om verschillende delen door elkaar te laten lopen. vond dat wel een leuk idee, vandaar de verbouwings voorzet.
op Sloebers eigen website staan de verhalen apart zodat we het overzicht houden
8)
I’m game! Maar dat betekent wel dat je de zaken goed in de gaten moet houden, want je kan Sloeber bijvoorbeeld geen keuken laten verbouwen, als die niet in het gekochte huis zit, om maar een dwarsstraat te noemen.
Ik ga de aarde onder mijn nagels weghalen en een flesje wijn ontkurken. Het regent hier katten en honden….
001.016
Vertwijfeld en besluiteloos stond Sloeber voor de deur.
Juist toen hij zich wilde omdraaien, hoorde hij vanuit het kantoor geluiden komen, die hem deden vermoeden dat mlle Elodie de client iets heeeel anders liet bezichtigen dan een huis…..
Hij kon in eerst instantie zijn oren niet geloven, puriteins als hij was. Even overwoog hij aan te kloppen, maar iets in hem zei dat hij dat beter niet kon doen.
Hij besloot terug te keren en botste tijdens het weglopen tegen…..
001.017
de dokter. Die inmiddels bekomen was van zijn verbazing en besloten had naar zijn stamkroeg te gaan om zijn dorpsgenoten te vertellen over die vreemde ‘Hollandais’. En verhip, nu liep hij die verdraaide vent alweer tegen het lijf.
‘Ah Monsieur’, sprak de dokter. ‘Alweer terug bij Mlle Elodie? U bent vast op zoek naar een huis nietwaar?’
Sloeber vond het toch wat erg onbeleefd om de dokter opnieuw af te troeven en haalde zijn schouders op.
‘Ach ik kijk een beetje rond, zo hier en daar, ik heb nog geen vastomlijnde plannen’.
De dokter voelde zijn kansen groeien.
‘Ah venez avec-moi. Chez Louis on peut boire et bavarder un peu ! Venez, venez !!’
Toen Sloeber en docteur Villemot het café betraden, keek de gehele clientèle op. Na enkele seconden hervatte iedereen zijn conversatie en was Sloeber als ‘niet interessant’ afgevoerd…..
Villemot bestelde un ballon de rouge en toen hij zijn wenkbrauwen vragend omhoogtrok bestelde Sloeber ‘un sherry’. Het meisje achter de bar aarzelde wat, maar pakte toen de glazen en schonk de drankjes in. Intussen wachtten Villemot en Sloeber zwijgend tot hun drankjes arriveerden. Vervolgens hield de dokter in een proostend gebaar zijn glas omhoog en toen Sloeber hetzelfde wilde doen zag hij dat zijn sherry ROOD was! Verward nam hij een sipje van zijn glas, het was een klap in zijn gezicht, zo zoet… En toen begreep hij dat hij de klassieke fout had gemaakt, i.p.v. sherry had het meisje ‘Cherry” ingeschonken, een likeur. De dokter had intussen zijn glas geleegd en deed een nieuwe bestelling, voor nogmaals hetzelfde….
Sloeber merkte aan zijn maag dat hij niet veel meer moest drinken. Eten moest hij, en snel ook. Zijn oog viel op de bak met hardgekookte eieren die op de toog stond. Maar voor hij
001.019
Roger , de patron kon vertellen dat hij een hardgekookt aphrodisiacum tot zich wilde nemen , rook hij een bekend luchtje : “trésor ” van Lancôme. Twee poezelige handjes werden voor zijn ogen gedrukt en een zachte stem vroeg : ” bent u nog boos, lieve Hollander. Mijn excuses voor al die dikke dure huizen die op de video stonden, maar ik heb voor u een ander, uiterst interessant voorstel. Ah, bon soir, docteur, u ook hier? Hartelijk dank voor uw hulp. Maar we hebben u verder niet meer nodig. We redden het wel samen , nietwaar, lieve Hollander ? A propos, hoe heet u eigenlijk ?” Sloeber haalde voorzichtig haar handjes weg en draaide zich om. Ja, ze was toch wel een stuk aantrekkelijker dan docteur Villemot En ja , hij was en bleef een hetero ” pur sang “. ” Nee, ik ben niet boos ” zei hij “en om je tweede vraag te beantwoorden. Ik heet Sloebèr. een echt Hollandse naam, die je vooral veel in Amsterdam hoort. ” Ah ,ja ,” knikte Elodie. ” wij kennen hier de namen Albert en Gilbert . dit is zeker een Nederlandse afleiding “. ” Ja, zoiets,” zei Sloeber vaag. ” Meneer Sloebèr, ” sprak docteur Villemot, die het allemaal had aangehoord en enigszins rood begon aan te lopen. ” Als u maar weet dat ik voor u ook een heel interessant voorstel heb”. ” Hmm, docteur misschien mag ik daar later nog eens op terugkomen. Ik ben nl. heel nieuwsgierig naar het voorstel van Mlle Elodie. Dat begrijpt u toch wel ” zei hij met een knipoog.
De dokter zei niets meer maar liep met grote stappen naar een paar bekenden achter in het café. ” Kan ik je iets aanbieden, Sloebèr”, sprak Elodie met een fluwelen stemmetje. ” Misschien wil je iets eten ? ” ” Heel graag , als het kan wat hardgekookte eieen, misschien heb ik ze nog nodig , Je weet maar nooit !” antwoordde Sloeber.
” Roger, graag alle achttien hardgekookte eieren voor meneer hier en neem zelf maar een Pinot rouge en voor mij hetzelfde”. Ze wendde zich weer tot Sloeber. ” Zeg , Sloeber, heb je wel eens gehoord van een ” homme de compagnie ? “”
Homme de compagnie? Mais bien sur! En Hollande on s’apelle un homme de compagnie un gigolo!
Hij wreef zich in de handen bij de gedachte alleen al om met deze zuiderse schoonheid, Lancôme en hem een triootje te gaan doen.
Maar de dokter had andere plannen, die niet rijmden met zijn plaatje:
welkom ATD in de Gallerie des auteurs
001.120 (volgens afspraak, Yinda!)
Sloeber voelde het rood vanuit zijn boord omhoogkruipen naar zijn wangen. Om zijn verwarring te verbergen, deed hij alsof hij iets in zijn zakken zocht. Elodie zag dit alles geamuseerd aan: “Alors?”. Sloeber sloeg zijn ogen neer, hij schraapte zijn keel voor een antwoord, maar gelukkig zette Roger net op dat moment het bestelde voor hen neer. Sloeber propte snel een ei in zijn mond, dat voorkwam dat hij Elodie moest antwoorden. Het ei was echter zo droog, dat hij het maar met moeite wegkreeg. Nummer twee volgde, hij kon zich toch niet laten kennen. Met een huivering dacht hij aan de film die hij ooit had gezien waarin Paul Newman, in een weddenschap, 50 hardgekookte eieren naar binnen moest werken. Hij zat bij 2 aan zijn tax…..Hij besloot maar even zijn handen te gaan wassen. In de toiletruimte liep hij naar de wastafel en draaide de kraan wijd open. Hij vond dat hij er ietwat verwilderd uitzag, maar dat kon ook door het lachspiegeleffect van de gebarsten spiegel komen. Hij liet koud water over zijn polsen lopen, daar knapte hij wat van op. Maar het water zorgde er ook voor dat hij plots zijn blaas begon te voelen. Toen hij de deur van het toilet opende, zag hij dat de sanitaire voorzieningen bij Roger nog in het begin van de vorige eeuw waren aangelegd: een behoorlijk onwelriekend Turks toilet nodigde niet echt uit tot een lang verblijf. Sloeber ontlastte zichzelf en wist juist op tijd weg te springen toen hij op de waterknop had gedrukt.
Eenmaal terug aan het zinc, zag hij dat Elodie druk in gesprek was met een stevige jongeman. Sloeber bestelde een Perrier bij Roger en net toen hij het glas aan zijn mond zetten, draaide Elodie zich om en zei: “Ah, daar bent u weer. lieve ‘Ollander? Mag ik u voorstellen aan
bovenstaande moest natuurlijk genummerd als volgt:
001.020
001.021
de plaatselijke klusjesman Guillaume, die zult u wel nodig hebben bij de optrekjes die u zich kunt veroorloven. Guillaume is de best uitgerustte klusjesman hier in de buurt. Met de nadruk op uitgerustte.” Elodie zei dit alles met een zwoel stemgeluid zoals alleen Elodie kon voortbrengen. Nou dat kon Sloeber zelf ook wel zien, want bij Guillaume ging het gezegde op, dat goed gereedschap onder een afdak hangt. Sloeber kreeg het nare vermoeden dat de twee samen iets uitgebroed hadden om hem een poot uit te draaien. De flitsende geest van sloeber kwam echter op een lumineus idee en hij zei achteloos..
(Waar blijft Yinda toch, na haar oproep weer iets aan te vullen, niets meer van haar vernomen…..pak ik de handschoen wederom op…..)
001.022
“oh! Maar mademoiselle Elodie, ik heb 2 rechterhanden!” Elodie keek hem niet-begrijpend aan. “Ach,” zei Sloeber, “dat is een Nederlandse uitdrukking, waarmee je aangeeft dat je heel handig bent. Ik ben van alle markten thuis, ik kan loodgieten, timmeren, metselen, noem maar op!” Guillaume stond ondertussen broeierig naar Elodie te kijken. Sloeber had de indruk, dat hij zich maar amper kon beheersen. Gelukkig zag hij in de hoek dat Villemot aanstalten maakte de kroeg te verlaten. Met een hulpeloze knik naar Elodie en een ongemakkelijke grijns naar Guillaume begaf hij zich richting de uitgang en gaf Villemot een wenk dat hij hem wilde spreken. Villemot reageerde achterdochtig, was Sloeber niet een goede vriend van M.elle Elodie? Van haar had hij geen hoge pet op. Hij besloot Sloeber het voordeel van de twijfel te gunnen en volgde hem naar buiten. Eenmaal buiten verzamelde Sloeber zijn moed en zei:”Docteur Villemot, mag ik u een impertinente vraag stellen?” En op het onduidelijke schouderophalen van de dokter vervolgde hij: “als arts komt u bij veel mensen over de vloer. Ik heb mijn hart verloren aan deze streek. Weet u misschien of iemand van zins is een huisje te verkopen?” Het gezicht van Villemot klaarde op, het was alsof hij rechtstreeks de hemel inkeek. “Ja!” riep hij uit, ” het huisje van mijn vader is te koop!”
“Het is een leuke fermette, rustig gelegen, met vele authentieke ornamenten, prachtige tommettes en niet te vergeten de onontbeerlijke garage.” Villemot begon steeds enthousiaster te worden en met het stijgen van zijn enthousiasme steeg ook zijn stemgeluid. Zijn Stentor-achtige bas-stem werd tot in het café gehoord en Elodie kwam kwaad naar buiten gestoven en krijste naar Villemot: “Wat bent u nu aan het doen, een beetje onder mijn duiven aan het schieten. Ik schrijf toch ook geen receptjes uit aan buitenlanders. Scheer je weg, Monsieur Sloebèr is mijn klant.” Elodie stak daarna direct haar arm door die van de beduusde Sloeber en troonde hem weer mee het café in. Villemot bleef als aan de grond genageld staan. Zo’n uitval had hij niet verwacht van de schone Elodie. Eigenlijk zag hij wel wat in dominante vrouwen. Na enige fijne masochistische momenten besloot dr. Villemot de koe bij de horens te vatten en dacht bij zichzelf: “Met stroop vang je vliegen.” Hij stapte met vastberaden tred het café binnen en schoof aan bij Sloeber en Elodie die aan de bar hadden plaats genomen. Met een lief stemmetje zei Villemot: “Maar mademoiselle Elodie, het was niet mijn bedoeling u voor het hoofd te stoten. Ik wilde onze gezamelijke vriend Sloeber gewoon wat voor informatie geven voor ik mijn huisje via uw nering op de markt wilde zetten.” Die zat, Elodie rook geld en daarom steeg haar stemming zienderogen ten gunste van dr. Villemot. Ze keerde zich richting Villemot, boog zich wat voorover en gunde Villemot zodoende een aangename blik op haar welgevormde decolleté. Sloeber zat dit alles stilletjes aan te kijken en dacht
Stom, stom. Bovenstaande moet natuurlijk 001.023 genummerd worden.
he gaat het niet verder? 😕
Erik, ik zou zo zeggen, schrijf zelf een stukje. Ik ben ook wel benieuwd hoe het verder gaat.
001.024
(ik ben zo vrij de bijdrage van ATD van 22/7 buiten beschouwing te laten: 1e: hij is ranzig 23: niet genummerd)
“Oei! Hoe red ik mij hieruit….Ik weet niet of ik wel opgewassen ben tegen de charmes van Elodie….aan de andere kant….wil ik wel met haar in zee? Ze is wel érg opdringerig…..en ik vind docteur Villemot heel aardig……Getverrrrdrrrie…hoe red ik mij hieruit……………”
Gelukkig werd Sloeber in zijn overpeinzingen gestoord door Guillaume, die inmiddels naast Elodie was komen te staan. Hij fluisterde haar iets in het oor. Elodie wond zich hier zichtbaar over op en verontschuldigde zich vervolgens bij Villemot en Sloeber: ” ‘Et spijt mij, ‘eren! Een dringende zaak vraagt mijn aandacht! Ik ga u contacteren!” En vervolgens verliet zij, met Guillaume in haar kielzog de zaak, docteur Villemot en Sloeber verblufd achterlatend…..
Sloeber nam nog een slok van zijn drankje, zette het vervolgens, lichtelijk walgend weg. Villemot, die dit geamuseerd aanzag, zei: “Mag ik u een wijn aanbieden? Ik denk dat u dat beter zal bevallen…” Op de vragende blik van Sloeber, gaf hij de barjuffrouw de opdracht een bepaalde wijn uit de kelder te halen. Eerst keek zij heel moeilijk. Op het herhaalde, vriendelijke doch dringende verzoek van Villemot, zuchtte zij eerst diep, om vervolgens een luik achterin het café te openen. Na enige tijd kwam zij terug met 2 stoffige flessen. Ogenblikkelijk klaarde het gezicht van Villemot op. “Nu, mijn beste vriend” richtte hij het woord tot Sloeber, ” gaat u iets proeven wat u nooit zult vergeten!! Deze wijn is gemaakt van de druiven die groeien op het land van mijn vader…….Juist, het land wat hoort bij het huisje dat nu te koop is….”
001.025
Sloeber proefde aandachtig en liet de slok gedurende een volle minuut in zijn mond ronddartelen….
Mmmm.. een volle borstachtige smaak met een wat nootachtige afdronk. Genietend hief hij zijn glas en dronk de dokter toe. “Superbe,dokter, zei hij ” dit is wel even iets anders dan die wijnazijn die ik regelmatig in mijn stamkroeg “chez Roger en Françoise ” als gratis rondje te drinken krijg . Maar, vertelt u eens , heb ik het goed begrepen dat u een huisje te koop heeft? ” ” Ja, beste man, ” antwoordde dokter Villemot. ” Dat is juist en toch ook weer niet helemaal. Het huis is van mijn overleden vader. Een prettige longère met 1 ha.grond waar aardig wat druiven groeien. Dat wordt dan een ietsje later weer deze voortreffelijke wijn, begrijpt u ? Nog een klein detail :mijn oude moeder van 94 woont er nog steeds. Ze is nog redelijk fit , maar ook weer niet zo dat ze de 95 zal halen. Dat zeg ik u als medicus in vertrouwen. Maman zoekt nu iemand die haar regelmatig in bad wil stoppen en een partijtje mikado met haar wil spelen. Een soort ” homme de compagnie ” dus. En dan, in de niet al te verre toekomst, verkoop ik u het huis tegen een leuke “prix d’ami . Wel, mijn beste, voelt u iets voor mijn voorstel ? ”
Nadenkend nam Sloeber nog een slok van de meer dan voortreffelijke wijn. Hmm, misschien toch interessant wat deze Villemot hem vertelde. Hij was de komende maanden toch vrij.
Nadat zijn vrouw hem drie maanden geleden had verlaten voor een Zuid-Amerikaanse snorrenfabrikant , had zijn baas hem gesmeekt om na 8 jaar werken zonder vakantie nu eens te gaan genieten in Frankrijk. Hij kon het zich veroorloven Een oude dame in bad stoppen kon toch niet al te moeilijk zijn. En Mikado , was dat niet dat spelletje met die stokjes , waarbij je vooral hoog scoorde als je geen Parkinson en/of delirium tremens had ?
Of wilde ze misschien aan de Mikado tijdens het badderen ? Enfin , hij zou het wel zien..
” Ja , dokter, ik wil graag kennismaken met maman ” En met de longère en de vignes voegde hij er in gedachten aan toe. ” Eh bien , en route “, zei dokter Villemot enthousiast,
“maman is altijd thuis “. ” Eh.., mag ik de wijn meenemen ? ” , vroeg Sloeber verlegen.
004.001
Ergens in een kantoortoren in London legde Pieter Meel de telefoon neer en knorde van welgevallen. In een boertje kwam z’n bourgondische lunch naar boven. Dat vond hij lekker. Even keek hij naar zijn uitstalling maquettes. Acht had hij er nu, en hij was klaar voor nummer negen. Een Nine-hole, om mee te beginnen. Hij wendde z’n blik van het werk af en keek naar de skyline van de stad. Buiten was het grijs en koud. Binnen had hij de omkeerbare klimaatregelinstallatie op een aangename temperatuur gezet.
Hij boog zich naar de telefoon en gebood zijn secretaresse ‘ de italiaanse connetie’ te ontbieden, op te halen met de Rolls, en de pizza’s te bestellen die ze meestal bestelden. Samen met een mandfles Chianti.
Er was dus aktie ondernomen daar in Frankrijk. Het balletje was gaan rollen, en in dat heuvelachtige landschap zou het niet snel tot stilstand komen. En al was golfen een spelletje, het geld wat rolde was harde valuta, en het doel was niet een loos gaatje. De middelen om te winnen waren wel gelijk : goede slagen, en zo weinig mogelijk beurten. Het was tijd om de eerste slag te slaan. Het was belangrijk om te winnen, want als je de kaart van Europa bekeek raakte die al behoorlijk bezet met de spelletjes, het werd steeds moeilijke er nog een lacune in te ontdekken. Eigenlijk alleen nog in de landen die recentelijk aan de stabiele unie waren toegevoegd, maar voorloping zou daar nog geen groot geld te verdienen zijn.
Het goede toeristenklimaat van Frankrijk met zijn vele tweedehuisbezitters en het prettige onroerend-goedklimaat was het ideale investeringsgebied, en daar had hij zich op gespecialiseerd. Zijn connexie had hem laatst nog gebeld dat voor een kasteel met golfbaan ergens midden in Frankrijk, op de site van de plagiaatplegers van immostreet, maar de bedrijfsgegevens waren niet overtuigend, en overigens was hij niet verbaasd dat ze van hun, pover lopende, handel afwilen : waarom verkoopt u ? We willen het rustiger aan gaan doen, met pensioen… Zijn neus ! Het nog rustiger aandoen dan zoals het er op dat golfpark aan toe ging, dat was niet mogelijk ! Het platteland van middenfrankrijk was het laatste decennium geheel touristisch-economisch uitgemolken. Daar kon je alleen nog met keiharde prijsconcurrentie, kapitalistisch realistisch blijven, en een zekerheid in het winstpercentage was allesbehalve gegarandeerd. Nee, het project waar hij zijn oog op had laten vallen, zou een van de laatste kansen zijn.
De secretaresse kondigde ‘de bende van drie’ aan. De pizza’s stonden in de conferentieroom te dampen en de wijn kwam op adem. Het forum kon belegd worden. Hij kreeg, hoe harde zakenman hij zich ook dacht, toch een week gevoel in zijn onderbuik als hij bedacht dat hij morgen Elodie weer zou zien. Die franse dame liet geen man onberoerd.
Erik, je maakt het er niet makkelijker op, maar wat is makkelijk in dit leven. Deel 4 helemaal goed, nou alleen de titel nog. Sloeber en ……………….
á vous l’honneur
Sloeber en the french connexion
004.002
Monsieur Mail ! Bienvenue, heureux de vous revoir, het was te lang geleden dat we u hier zagen ! Elodie omhelsde de wat gezette zakenrelatie uitbundig. U ziet er geweldig uit, ik neem aan dat de zaken goed gaan ? U ben in ieder geval snel gekomen ! Het is me een eer dat u kostbare tijd heeft kunnen vrijmaken van uw prestigieuse bezigheden. Wel, ik zal u niet teleurstellen.
Onderwijl stond Claus, de Maitre d’ onhandig beleefd te dralen achter het koppel. Het suizde een beetje in z’n hoofd, want de vorige dag was de sommelier afwezig geweest en had hijzelf als verantwoordelijke alle wijnen moeten voorproeven. Ze hadden vorig jaar een overstroming in de buurt gehad en daarbij was ook hun sterrenetablissement ondergelopen. De verzekeringspremie was opgestreken maar dat hoefde niet te betekenen dat je dan meteen die kostbare flessen weggooide. Bovendien, was de vergoeding de kelderwaarde geweest en niet de handelswaarde die, eens geserveerd in een kristal fonkelfijngeslepen decanteur en uitgeschonken in glazen die stevig op hun voetje in het dure gesteven tafellaken stonden, een aantal keer over de kop ging. Protesteren tegen de ‘patron’ had geen zin, de baas kon niet tegengesproken worden. Tenminste als je niet ontslagen wilde worden wegens ‘faute professionnelle’, en op straat zou komen te staan zonder enige vergoeding.
Elodie bestelde royaal een Kir, dat kon want zij betaalde, en Meel een champagne.
Hoe was de reis ? Vroeg ze geinteresserd.
Well, om geen last te hebben van de gevolgen van zijn vliegangst waren ze gaan rijden, de rolls op de boot en daar slapen in een hut, uiteraard na veel whiskey tegen de zeeziekte en veel verliezen in het on-board casino – de enige verliezen die hij zich permitteerde te incasseren, grapte hij gentlemanlike.
Oh ! You’re like the good old fox Phillippe Bouvard ! Kreet Elodie uit : De franse radio-en-televisie coryfee en opiniemaker thinks just like you ! En net zoals jij rijdt ‘ie in een rolls ! En net zo als ons beiden is ‘ie ook niet vies van een centje verdienen ! De franse etiquette was mordicus tegen praten over geld, maar Elodie hield ervan taboes te doorbreken, zolang dat niet in haar nadeel was.
Is er dan niets wat hem van ons doet verschillen ? bromde Meel, die er niet van hield vergeleken te kunnen worden met stervelingen waarvan hij het bestaan ignoreerde.
Well, hij verdient z’n geld met met woorden en jij, Mail, jij met daden,…
En jij met je charmes, makelaarster ! knipoogde de chamante schuinsmarcheerder.
Ach ! Niet te veel complimenten, meeltje, laten we zakelijk blijven
‘ Bien sur,dat is dan zesendertig euro alstublieft.’ »
‘Wat ?!’ verslikte Sloeber zich, en keek vragend naar dr Villemot. En dr Villemot keek op zijn beurt verontrust in de richting van de barjuffrouw. Die legde onverstroorbaar uit : ‘luister docteur, u hebt die wijn gegeven als kado’tje, en een gegeven paard mag je niet in de bek kijken. Ik verkoop die wijn, net als alle speciale Bordeaux en Alzasserwijnen die je hier kunt krijgen – maar waar nooit iemand om vraagt omdat ze komen om te drinken en niet om te proeven, voor 21 euro per fles, drie euro per glas. Twee flessen is tweeenveertig euro, minus de twee glazen die ik op uw rekening heb gezet, dat maakt zes-en-dertig-euro. De rest van meneer uw vriends consumpties zijn hem aangeboden en op de respectieve rekeningen genoteerd. En voor mij is meneer een vreemdeling dus gaat hij niet op de lat, zeker niet voor…’ ze pakte een rekenmachine.
‘Maar… het is mijn wijn ! Ik heb de flessen u zelf kado gedaan, Hanzi ! Wat zijn dat voor praktijken ?! Moet ik ook voor mijn eigen wijn betalen ?!’
Overstoorbaar had Hanzi de prijs in francs berekend, en naar boven afgerond : ‘ zeker niet voor tweehonderdveertig goede francs francais !’
‘Hanzi, elk jaar geef ik u een paar flessen ! En nu moet ik ze terugkopen ? Hoeveel flessen heeft u niet van mijn wijn in de kelder liggen ?’
‘Ja, u heeft ze me kado gedaan in de hoop dat ik de wijn zou schenken en de klanten dan naar uw gevulde kelder zou doorsturen. Maar ik kan geen glazen gratis schenken. Weet u hoeveel dat kost, huur van het cafelokaal, belastingen, gemeentegeld voor het terras, sociale lasten, personeel, inkoop, aanhouden van voorraad, de flessen die maar liggen te verstoffen, en ga zo maar door. En daarbij is het dit jaar een slecht touristenseizoen geweest met het slechte weer en de dreiging van terroristische aanslagen, misschien moet ik de bar wel opdoeken volgend jaar ! Ik zou u de flessen wel kado willen doen maar dat gaat eenvoudigweg niet ! U berekend toch ook elk recept dat u uitschrijft ?!’
‘Eh ben’, zei Pierre, een stamgast aan de stamkaarttafel, die hun spelletje weer hadden opgenomen sinds Elodie de bar verlaten had en nu weer een vermakelijk akkefietje zagen. ‘Eh ben, Hanzi, dat doe je toch niet ? Onze eerlijke docteur zo voor het blok zetten.’
Hanzi : ‘En houden jullie helemaal je mond, de hele dag ben ik open en de hele dag zitten jullie hier de plaatsen bezet te houden en m’n verwarming te gebruiken ! Denken jullie dat ik daar van kan leven ?!’
‘Nou, eh, dan neem ik de wijn toch niet mee…,’ zei Sloeber, die een-en-twintig euro voor een fles wijn inderdaad een beetje veel vond. Voor die prijs kreeg je tegenwoordig de beste jaren Bourgogne of Bordeauxwijnen in Nederlandse slijterijen.
Dr Villemot trok z’n portemonnaie. ‘Nou dan, hoeveel krijg je van mij ?’
‘Oh, nee,’ smeekte Sloeber, ‘doet u dat nou niet.’
‘Nee, inderdaad doe ik het niet, Hanzi, hoeveel staat er van mij op de lat ? Dan doe ik de afrekening en hoef ik hier in ieder geval nooit meer te komen ! M’n hele leven kom ik hier en wat doe je me nou ? Meneer hier wilde een huisje kopen en had hier ook stamgast kunnen worden. Maar als hij begrijpt dat de sfeer zo is in het dorp…, mijn hemel, en hij ging nog wel voor m’n arme ouwe moeder zorgen ! Hier, houd de rest maar, en je vermaledeide wijn ! Kom, meneer Sloeber.
Hij pakte de hollander in het tweedehands armanipak bij de hand en trok hem ferm naar buiten. En Sloeber bedacht dat hij z’n eitjes toch maar mooi gratis had gekregen.
Onder de plataan midden op het plein hield de docteur pas stil. Hij ging wijdbeens staan en hield zijn handen in z’n zij. Ademde een paar kier diep in-en-uit. Nam dan Sloeber bij de schouders.
‘Moet u luisteren, natuurlijk geef ik u wel een paar flessen mee, van betere jaren dan u nu geproefd hebt, maak u maar niet ongerust. En Hanzi, die draait wel bij. U moet weten, ze heeft ook een beetje gelijk. Ze heeft een zus en die is erg ziek. Ik kom er regelmatig over de vloer als dorpsdokter, en inderdaad schrijf ik voor elk bezoek een rekening – die ze altijd terug krijgt van de sociale ziektekostenverzekering – maar het is waar dat ik altijd een rekening schrijf, ik moet wel, dat begrijpt u toch ?’
Sloeber begreep het. Op zijn werk moest hij ook altijd een rekening schrijven voor de klant, hoe vriendelijk de relatie ook was.
Uit het cafe kwamen nu die vier stamtafelkaartspelers, beledigd. Nu was het cafe leeg. Door de openstaande deur zagen ze Hanzi een glas schenken van de superbe wijn van het land van docteurs moeder, en zonder te proeven, in een teug leegdrinken.
‘Kijk nou’, schudde de docteur zijn hoofd, ‘wat een misere. Maar u weet hoe dat gaat, morgen drinken we er weer ons apperitief. En nu, en route !
potverdikkie, nummer vergeten: 001.026 moet het zijn: jammer dat je dat niet achteraf kunt veranderen.
“Elodie bestelde royaal een Kir” 😀 Meer, meer!
Ferry zet alles achter elkaar op de speciale Sloebersite. Hij zorgt daar wel dat de volgorde klopt.
Eriik geeft niet, als ik ff tijd heb komt het hele verhaal op Sloeber’s eigen site
wt een genot, dat het eindelijk weer loopt….maar: mijn inspiratie komt weer wanneer ik “vrij” ben…nu: genieten!!
@Krek: bedankt voor de complimenten, je bent immers een tekstprofessioneel, en je teksten op je web zijn top, de geldverdienteksten en de frankrijkervaringteksten.
@Ferry: ik zet alles eerst hier op, dit is immers Sloebers ‘work in progress’.
@Erik: gekkerd, je doet me nog blozen!
001.027
Gedreven troonde de dokter Sloeber mee naar zijn Renault Megane.
Nog voor dat Sloeber zijn gordel goed en wel kon bevestigen stoof Villemot weg – Sloeber naar achteren slingerend.
Tijdens de helse tocht over vreselijke smalle weggetjes, stuivend over onoverzichtelijke kruisingen en voorrang-nemend aan andere weggebruikers verbaasde Sloeber zich over de kennelijke doodsverachting van deze docteur!
Eindelijk remde Villemot af bij een alleraardigste schilderachtige fermette. Zou dit het zijn….dat kon niet waar zijn.
Het gras en de rododendron, de bijgehouden wijnstokken in de voortuin, de originele waterput, de rozen langs het hek, het glooiende landschap waarmee het huisje zich had omgeven….het leek een droom.
Verstild zat Sloeber het geheel in zich op te nemen. Hij had niet in de gaten dat Villemot razendsnel de auto uitsprong terwijl hij schichtig naar Sloeber keek.
Met een versnelde pas, bijna rennend, liep hij naar de deur, trok die open en schreeuwde in het frans “En wegwezen – nu! Binnen drie minuten weg! Ik kom hier met een klant – wegwezen!”
Sloeber had niets gehoord…
001.028
Langzaam ontwaakte sloeber uit zijn droom. Tjeemig de Peemig dacht hij, wat een machtig mooie omgeving. Zijn oog viel op een bejaard stel waarvan een bejaarde dame een nog oudere heer in een antieke rolstoel voor zich uit duwde als door de Duivel op de hielen gezeten. Hè ? dacht Sloeber, het lijkt wel of ze uit die fermette komen, daar waar dokter Villemot uitnodigend in de deuropening stond te wenken. Met een schuin oog op het bejaarde stel liep Sloeber richting het huis. Net toen Sloeber naar binnen wilde stappen. Klonk het in de verte……
….alsof er iemand om hulp riep.
Sloeber bleef op de drempel staan en wendde zijn gezicht van het huis af, richting tuin. Maar daar kwam het geluid niet vandaan. Hij realiseerde zich dat het geluid uit het huis kwam.
Plotseling kreeg Villemot een onbedaarlijke hoestbui. Het klonk erg ongezond, en hield maar aan.
Ongerust klopte Sloeber de dokter op zijn rug en toen deze eindelijk bedaarde was zowel de rust in Villemot als in het huis weergekeerd.
Sloeber die opgelucht was dat het met de dokter beter ging was het vreemde geluid vergeten en stapte de keuken binnen, om vervolgens snel een stap weer achteruit te doen en zijn schoenen uit te trekken.
Op kousenvoeten betraden beiden de ruimte met de grote witte tegels (Castorama). De traditionele lange eettafel met het plastic kleed met bloemen was keurig afgeruimd op een halve fles Merlot na. Twee schone glazen stonden uitnodigend klaar.
“Ga zitten”, zei Villemot en schonk de glazen vol.
Wie waren die mensen die we net zagen?”‘ eindelijk had Sloeber gelegenheid om de vraag te stellen die al tien minuten op zijn lippen lag.
“Och, dat zijn de buren van mijn moeder. Ze gingen net weg…” wuifde de dokter de vraag weg.
“En je moeder…?” vroeg Sloeber.
“Ik denk dat ze nog in bed ligt..” begon Villemot.
Op dat moment hoorde Sloeber weer iemand om hulp roepen – duidelijker deze keer!
En weer kreeg Villemot last van een akelige hoest…
Als in een flits wist Sloeber dat er iets niet klopte!
Er was iets aan de hand, maar wat…
Hij voelde zijn hart kloppen in zijn keel, de adrenaline golfde door zijn aderen.
Zonder zijn hoofd bij te draaien keek hij zo onopvallend mogelijk naar Villemot.
De dokter keek hem met een eigenaardige blik aan. Zijn ogen priemden en leken wel geel op te lichten. Zijn mond trok in een soort grimas, die het midden hield tussen een kreet en een lach.
Langzaam kwam hij dichterbij tot zijn gezicht dat van Sloeber op 20 centimeter was genaderd.
het kraaien van de haan. Het was reeds ten derde male dat Villemot, gelijk Judas, het bestaan van zijn vader en moeder verloochende. Sloeber was zich natuurlijk van dit ouderlijk drama niet bewust en snoof de landelijk geur, vermengt met een enorme knoflook walm uit de woonkeuken, diep zijn longen in. Dit was wat hij zocht!! De woonkeuken met tommettes met een enorme schouw compleet met een zij ham waar je u tegen zegt. Wel veel autenthieke details, beetje schimmel op de muren, een scheef in zijn scharnieren hangend raampje waarvan één ruitje dichtgepakt was met tape. Maar daar moet je doorheen kijken dacht Sloeber. Villemot ging de verrukte Sloeber voor door een deur die eiegenlijk wat aan de lage kant was voor Sloeber. Ze kwamen uit in de ouderlijk slaapkamer waar Villemot snel met zijn linkervoet de po onder bed trachtte te schuiven. Dat de nachtspiegel daarbij omviel en de waterige inhoud zich razendsnel onder het bed verspreidde, ontsnapte aan de aandacht van Sloeber. Sloeber kon bijna niet wachten met de vraag wat de fermette moest kosten maar hij dacht bij zichzelf. Niet te enthousiast doen naar Villemot toe, dat is niet goed voor de prijs. En met een onderkoelde stem vroeg hij aan Villemot of de rest van het huis ook zoveel onderhoud nodige had als de slaapkamer. Villemot trok een pruillip en vroeg hem of hij het niet mooi vond. “Nou ja, mooi” zei Sloeber “het is niet onaantrekkelijk maar heeft wel hier en daar een opknapbeurtje nodig. Laat me eerst maar eens de rest van het huis zien.” Dat deed Villemot natuurlijk met graagte. Allen was er echter niet zo heel veel verder te bekijken. Het5 huis bestond uit nog een slaapkamer aan de ander zijde van de woonkeuken en voor de rest was er nog een bergzolder over de gehele lengte van het huisje. Het terrein was een kleine 3000m2 groot en naast het huis stonden er nog een aantal onduidelijk bouwsels. Één bouwsel heette de garage. Er stond inderdaad een half in elkaar gezakte traction avant. Waarschinlijk was deze daar 40 jaar geleden geparkeerd en nooit meer van zijn plek gekomen. Je kon onder de kippestront nog net zien dat de oorspronkelijke kleur uiteraard zwart was. Toen Sloebers oog daaropviel wist hij het zeker. Dit huisje moet ik hebben!! En hij startte meteen de onderhandelingen met Villemot met een openingsbod van 40.000 euro. Villemot begon hartelijk te lachen en zei “mijn beste vriend Sloeber, ik begrijp dat je er even over moet nadenken. Laten we morgen terugkomen en dan de echte prijs bespreken”. Daarna stapte Villemot resoluut de auto in en wenkte Sloeber mee te komen. In de auto sprak Villemot geen woord meer totdat ze weer in het dorp waren. Daar nam hij met een gepast glimlachje en een knipoogje afscheid van Sloeber. “Dit moet ik vanavond bespreken met mijn vrienden in Chez Roger et Françoise” dacht Sloeber meteen en ging op weg naar de kroeg.
Shit… zit ik een heel stuk te typen is Jeanne me voor. Nou, beschouw mijn bijdrage dan maar als mosterd na de maaltijd. Jij was tenslotte het eerste klaar Jeanne
Eerst even de nummering bijwerken
Ferrys stuk 001:029
Jeanne’s stuk 001:030
Dit stuk 001:031 (Ferry: het vorige stuk van mij laten vervallen)
Opeens begint Villemot vreselijk te lachen. Hij schatert het uit als hij de verbijstering op het gezicht van Sloeber ziet: “heb ik jouw even goed te pakken, geef het maar toe, je zat vreselijk in je piepzak. De persoon die je daar hoort is inderdaad mijn moeder. Ik zal even kijken wat er aan de hand is. Ze zal wel weer het haakje op de wc deur hebben gedaan en dat bij het naar buiten willen komen vergeten zijn. Dementie is ook niet alles. Gelukkig heb ik twee goede buren die regelmatig op haar passen.” Vlug liep Villemot naar achter terwijl Sloeber in de redelijk gote woonkeuken achterbleef. Hij keek eens goed rond en wat hij zag beviel hem wel. Wel veel autenthieke details, beetje schimmel op de muren, een scheef in zijn scharnieren hangend raampje waarvan één ruitje dichtgepakt was met een stukje tape, een gootsteen die de letterlijke betekenis van het woord eer aan deed, een soort stenen goot dus. Maar daar moet je doorheen kijken dacht Sloeber terwijl hij steeds vrolijker werd. Ondertussen kwam Villemot terug met zijn moeder zwaar leunend op zijn arm. Het oude besje werd aan de tafel gezet en Villemot schonk liefdevol ook een glaasje voor zijn moeder in. Sloeber richtte zich tot Villemot en vroeg of hij de rest van het huis ook mocht zien. Villemot ging de verrukte Sloeber voor door een deur die eigenlijk wat aan de lage kant was voor Sloeber. Ze kwamen uit in de ouderlijk slaapkamer waar Villemot snel met zijn linkervoet de po onder bed trachtte te schuiven. Dat de nachtspiegel daarbij omviel en de waterige inhoud zich razendsnel onder het bed verspreidde, ontsnapte aan de aandacht van Sloeber. Die ging geheel op in het aanschouwen van de slaapkamer die weliswaar van het standaard franse bloemetjesbehang was voorzien maar veel potentie in zich had om de master bedroom te worden. Sloeber kon bijna niet wachten met de vraag wat de fermette moest kosten maar, dacht hij bij zichzelf, niet te enthousiast doen naar Villemot toe, dat is niet goed voor de prijs. En met een onderkoelde stem vroeg hij aan Villemot of de rest van het huis ook zoveel onderhoud nodig had als deze slaapkamer. Villemot trok een pruillip en vroeg hem of hij het niet mooi vond. “Nou ja, mooi” zei Sloeber “het is niet onaantrekkelijk maar heeft wel hier en daar een opknapbeurtje nodig. Laat me eerst maar eens de rest van het huis zien.” Dat deed Villemot natuurlijk met graagte. Allen was er echter niet zo heel veel verder te bekijken. Het huis bestond uit nog een slaapkamer aan de andere zijde van de woonkeuken en voor de rest was er nog een bergzolder over de gehele lengte van het huisje. Het terrein was een dikke 3000m2 groot en naast het huis stonden er nog een aantal onduidelijk bouwsels. Één bouwsel heette de garage. Er stond inderdaad een half in elkaar gezakte traction avant in. Waarschijnlijk was deze daar 40 jaar geleden geparkeerd en nooit meer van zijn plek gekomen. Je kon onder de kippestront nog net zien dat de oorspronkelijke kleur uiteraard zwart was geweest. Toen Sloebers oog daaropviel wist hij het zeker. Dit huisje moet ik hebben!! En hij startte meteen de onderhandelingen met Villemot met een openingsbod van 40.000 euro. Villemot begon hartelijk te lachen en zei “mijn beste vriend Sloeber, ik begrijp dat je er even over moet nadenken. Laten we morgen terugkomen en dan de echte prijs bespreken”. Daarna stapte Villemot resoluut de auto in en wenkte Sloeber mee te komen. In de auto sprak Villemot geen woord meer totdat ze weer in het dorp waren. Daar nam hij met een gepast glimlachje en een knipoogje afscheid van Sloeber. “Dit moet ik vanavond bespreken met mijn vrienden in Chez Roger et Françoise” dacht Sloeber meteen en ging op weg naar de kroeg.
001.032
Na een verkwikkende nachtrust stapte Sloeber monter op het huis van dr. Villemot af. De vorige avond had hij flink zitten bomen in Chez Roger et Françoise met zijn vrienden over de eventuele aankoop van het huis. Sommige vrienden zoals Ronaldus en Jeanne twijfelden aan de eerlijkheid van Villemot maar Dineke daarentegen zei hem goed te kennen en had alle geloof in hem. Ook Aat scheen Villemot wel te mogen. Sloeber heeft nog lang in zijn bedje liggen nadenken over al deze tegenstrijdige berichten maar kwam tot de conclusie dat hij zijn eigen plan moest trekken. Gesprekken met je vrienden zijn natuurlijk goed om je gedachten te ordenen maar dezelfde vrienden moeten natuurlijk niet denken dat Sloeber alleen op hen afgaat. Sloebers eigen intuitie zei hem dat het wel snor zat met die Villemot. Daarom had hij met een tevreden gezicht gisteravond de deken over zijn gezicht getrokken nadat hij besloten had om het huis gewoon te kopen. Alleen de financieën waren nog een probleem want….
…het zat ‘m niet zozeer in de vraagprijs, alswel in de kosten voor de “opknapbeurt”.
Dat wordt dan zo’n prangende keuze: laat je het huis nostalgisch authentiek, met alle ongemakken vandien! Of ga je voor riant aan de huidige maatstaven aangepast, echter: meeliftend met een aanzienlijk kostenplaatje….. Vermoeid zakte hij in een ongemakkelijke slaap.
De volgende ochtend ontwaakte Sloeber met een kanjer van een hoofdpijn, waarvan hij vermoedde dat daaraan niet alleen de wijn debet was.
Onrustig beende Sloeber in zijn kamer heen en weer, zich geen tijd gunnend voor een fatsoenlijk ontbijt.
Iets dreef hem naar de fermette…..Hij wilde het nogmaals zien. Hij wilde het voelen….
Maar…hij wilde alleen. Zonder Villemot!
Hij greep zijn rugzak (die altijd klaar lag met allerlei nodige en onnodige dingen) en liep naar de plaatselijke Renault-gargage waar hij een eenvoudige auto huurde .
In een mistig ochtendgloren reed Sloeber, zich krampachtig de juiste weg herinnerend, weg uit het dorp.
Meer dan een uur rijden langs smalle wegen en stille boerderijtjes, waarvan de bewoners reikhalzend opkeken van hun werk wanneer hij langskwam, kostte het hem om uiteindelijk op de juiste weg terecht te komen, die hem zou leiden naar de fermette van Villmot’s moeder.
Toen hij aankwam rijden onttrok een rij eikenbomen hem aan het gezicht van mogelijke nieuwsgierige bewoners van de fermette, en Sloeber besloot hier te stoppen, de auto te verlaten en lopend verder te gaan. Iets zei hem dat het verstandig was om eens even zonder andere belanghebbenden rond te kijken…..
In de hoek van het perceel, achter de grote kapschuur, stapte Sloeber over het hek met de bedoeling eens rustig op het erf rond te lopen. Plotseling begon er iets te piepen in zijn rugzak.
Het zweet brak Sloeber uit! Wat gebeurde er! Straks hoorde ze hem!
Koortsachtig wurmde Sloeber de rugzak of en rommelde de inhoud door elkaar op zoek naar de oorzaak.
Tot zijn stomme verbazing was de metaaldetector, die hij altijd bij zich had, afgegaan. Kennelijk stond hij perongeluk aan…..en was in werking getreden!
Sloeber´s verstand stond een ogenblik stil. Wat moest hij hier nou mee….?!
sorry. no 001.033.
Oké Aat ik doe een poging.
@Ferry als het niet leuk is knip je het er maar uit
001.034
Gelukkig zit er een volumeknop op het apparaat waarmee hij snel een einde maakt aan het gepiep.
Het hek is van hout, dus dat kon niet de oorzaak zijn. En het lijkt toch een heel gewoon weiland waar het gras en onkruid zich fier uitstrekt naar de zon. Voorzichtig doet hij een paar stappen naar voren en ziet het signaal nog sterker worden. Hij vergeet even de situatie waar ie zich in bevindt en kijkt geconcentreerd op de display van de metaaldetector. Jarenlang was hij, samen met een goede vriend, een gepassioneerd schatzoeker waarvan de kennis hem nu goed van pas leek te komen.
Nog een paar passen naar voren, maar het signaal blijft onveranderd hoog, pas na een meter of 8 wordt het signaal weer zwakker. Zoals een routinier betaamt gaat hij terug naar de plek waar het signaal het meest krachtig was en onderzoekt dan, door naar links en rechts te lopen, hoe breed het object is. Zijn verbazing wordt steeds groter, zes meter.. Wat is hier aan de hand, nog nooit heeft Sloeber een object van die grootte gevonden. Vergeten oorlogstuig flitst het door hem heen, en weer breekt het zweet hem uit. Hij vermant zich, een bom van die afmetingen was niet logisch.
Terwijl Sloeber helemaal opgaat in zijn vondst heeft hij niet in de gaten dat heel langzaam het gordijn
van de zolderkamer opzij wordt geschoven en er een vaag silhouet zichtbaar is achter de verschoten vitrage. Ook merkt hij de stofwolk in de verte niet op veroorzaakt door een auto die met hoge snelheid over de weg raast.
Sloeber rommelt wat in zijn rugzak en haalt een oud en roestig mes, waarmee hij altijd de modder uit het profiel van zijn schoenzolen peutert, tevoorschijn.
Hij zakt door zijn knieën en steekt behoedzaam het mes in de grond.
001.035
Voorzichtig probeert Sloeber met zijn oude mes iets van de aarde weg te schrapen. Dat lukt gemakkelijk. Sloeber ziet langzaam een ronde vorm verschijnen, goudkleurig in het nog prille morgenlicht.
Visioenen van gouden koetsen en 10 % vindersloon flitsen door zijn gedachten. Was Louis XIV, le roi soleil , de big spender van de zeventiende eeuw hier ooit misschien op bezoek geweest en had hij hier toen een enorme schat laten begraven ? Opeens kan het Sloeber niet snel genoeg gaan. Hij laat zich op zijn knieën vallen en begint verwoed met beide handen te graven. Ja. nu kan hij snel meer onderscheiden. Een ronde vorm een beetje puntig toelopend, enigszins lijkend op het uiterst succesvolle Frans-Britse samenwerkingsproject : de Concorde. Bovenop de romp kan hij nu enige letters lezen. Nou ja , lezen.. Dit staat er ongeveer : $%#”!”)%$’)^~~%$. Hmm…. hier kan ik niets van maken, denkt Sloeber. Deze taal is mij nog even onbekend.Dit moet ik aan mijn kroegvriendjes en vriendinnetjes vragen. Die zijn behoorlijk algemeen ontwikkeld, om nog maar niet te spreken van Roger, de patron van het café. Hij rommelt wat in zijn rugzak en haalt een aantekenboekje en een pen te voorschijn. Geconcentreerd begint hij de tekens over te schrijven. Opeens wordt zijn concentratie verstoord. Met een luide klap wordt een autoportier dichtgeslagen. In het nog mistige ochtendlicht ziet Sloeber dr Villemot naderen. Naast hem loopt Elodie. Snel knippert Sloeber een paar maal met zijn ogen. Ziet hij het goed ? Het lijkt wel of hij dwars door ze heen kan kijken en boven hun hoofden kringelt een soort gouden mist. Onbedaarlijk hoestend loopt dr Villemot op hem toe. Zijn hoestbui wordt beantwoord door een zo mogelijk nog gigantischer hoestbui van Elodie.Uit het zolderraam van de fermette buigt zich , omringd door grijze vitrage , het al even grijze hoofdje van Villemots maman. Ook zij hoest onbedaarlijk…
Nou, nou ,al die Gauloises zijn natuurlijk niet best voor de gezondheid, schiet het door Sloeber heen. Maarre, dit is geen gewoon rokershoestje! DIT IS HUN MANIER VAN COMMUNICEREN! Verlamd blijft hij staan, het boekje valt uit zijn handen. Hij voelt dat de haartjes op zijn armen en benen recht overeind gaan staan. Zelfs zijn snor doet mee.
Dr Villemot loopt langzaam op hem toe , zijn ogen lichten felgeel op in zijn bleke gezicht.
” Eh bien , Sloeber, mon ami, jij hebt ………..
001.036
….ons geheim ontdekt. Je begrijpt dat we je nu niet zomaar kunnen laten gaan!”
Elodie, ondertussen, richt haar aandacht op iets anders! Terwijl er van boven nog allerlei proestende geluiden komen en docteur Villemot zijn felgele kattenogen op Sloeber gefocussed houdt, lijkt Elodie de weg kwijt. Haar hoofd gaat rusteloos heen en weer. Ondertussen stoot zij vreemde keelklanken uit. Het is Sloeber vremd te moede. Als aan de grond genageld staat hij daar, zijn onderkaak hangt lager dan ooit, een straaltje speeksel loopt uit zijn mond. Ondertussen slaan de wijzers van zijn detector nog steeds gigantisch uit.
Elodie slaakt opeens een ijzingwekkende kreet en wijst naar de bosjes, die naast het weiland liggen. Terwijl Villemot hierdoor wordt afgeleid, maakt Sloeber van de gelegenheid geburik om het geluid van zijn detector weer aan te zetten. Een enorm schril gepiep is het gevolg!! Sloeber ziet Villemot en Elodie in elkaar krimpen. Vanuit zijn ooghoek ziet hij dat uit de bosjes……
…..er een paar vrienden uit het café op hem af stormen.
“Vlug Sloeber” hierheen…, schreeuwen ze hem toe.
Door de onwerkelijke situatie is Sloeber nauwelijks in staat om zich te bewegen,
het schrille gepiep heeft kennelijk een verlammende uitwerking op Villemot en Elodie. Tot bezinning gekomen grist Sloeber zijn rugzak en notitie boekje van de grond
En zet het, alsof de duivel hem op de hielen zit, op een hollen richting zijn vrienden.
Nog voor Sloeber bij ze is zakt hij door zijn benen en smakt met een dreun tegen de grond.
Hij voelt niet meer hoe hij wordt opgepakt en meegesleurd.
oeps.. nr. vergeten. 001.037
001.038
Wanneer hij weer bij zijn positieven komt, staat de zon al hoog aan de hemel. Langzaam opent Sloeber zijn ogen en probeert zich op een elleboog op te richten en zakt kreunend terug in de kussens, zijn hoofd bonkt alsof het uitelkaar wil spatten.
Hij voelt hoe een koude natte lap op zijn voorhoofd en over zijn ogen wordt gelegd. Zijn neus is echter nog onbedekt en wat ruikt hij: de onmiskenbare geur van Elodie’s parfum!! In één ruk zit Sloeber rechtop!!! Elodie staat voor hem en kijkt hem verbijsterd aan: “Allons!! Du calme!” Ze probeert opnieuw hem achterover in de kussens te drukken. Sloeber duwt haar weg. Dan ziet hij ook Villemot en kan een piepend kreuntje niet onderdrukken. Wat gebeurt hier toch! Hij weet niet eens waar hij zich bevindt. Wanneer er een deur opengaat, komt Roger binnen, met een kop dampende bouillon. Elodie neemt het van hem over en gaat voor Sloeber zitten, in de houding van een moeder die haar kindje gaat voeren.
Opeens begint Roger onbedaarlijk te lachen, zo hard en zo aanstekelijk dat Elodie en Villemot mee gaan doen en Elodie de kop bouillon weg moet zetten, omdat hij anders dreigt te vallen.
“Ik ben in het gesticht terechtgekomen,” denkt Sloeber en probeert zich nog wat dieper in de kussens te drukken. Hij beseft nu dat hij in het privévertrek van Roger en Françoise is, achter het café.
Roger veegt de lachtranen van zijn wangen en zegt: “Mon dieu, ik heb in geen tijden zooo gelachen. U heeft geen idee wat er gebeurt is, hè?”
En op het hulpeloze kijken van Sloeber volgt een nieuw lachsalvo.
“FRANCOISE!!!” roept Roger vervolgens. Om de hoek van de deur komt het roodaangelopen gezicht van Françoise. Heel schuldbewust komt ze op Sloeber toelopen.
“Ik heb er zo’n vreselijke spijt van, monsieur, ik zweer u: nooit, maar dan ook nooit koop ik meer paddestoelen van die gitanes. Zolang u hier bent, mag u vragen wat u wil: ik zal de lekkerste maaltijden voor u maken!” En weg is ze weer.
Er gaat Sloeber nu iets dagen:
…paddestoelen…onder die bosjes…truffels…de geweldige franse keuken…de geheimzinnige blik van Villemot….
“Maar…” stamelt Sloeber “…maar wat is dan dat goudkleurige grote ding in de grond?”
Elodie buigt haar ranke lichaam voorover en samenzweerderig glimlachend zegt ze: “Dat…dat is het grote geheim van Villemots moeder en van Roger en Francoise. Dat is namelijk een zelfontworpen kelder. die vanuit de kapschuur te bereiken is, en waar zeer exquise paddestoelen gekweekt worden. En…waar de truffels bewaard worden die op het erf van Villemots moeder gevonden worden. In de kelder heeft zich daardoor een buitengewoon aromatisch klimaat ontwikkeld waar de vaten met wijn liggen te rijpen en die de wijn van Villemots moeder tot een topwijn maken.”
Ze vervolgt: “Dit moet echter streng geheim blijven, omdat Guillome, je weet wel de klusjesman die je bij Roger zag, achter het geheim van de wijn wil komen.”
“Hij wil namelijk..” Elodie kwam nog dichterbij – bij Sloeber kwam langzaam de stoom door zijn overhemd heen”…ontzettend graag de prijs winnen van het jaarlijkse wijnfeest!”
Elodie veerde triomfantelijk rechtop – gelukkig: Sloeber kreeg weer lucht – en riep uit “We schrokken ons dood toen jij in een keer daar stond. Het was de bedoeling om de afrastering van het erf iets te veranderen, waardoor de schuur van Villemot zou blijven. Maar je was ons voor.”
Sloeber sluit even zijn ogen – het duizelt hem. Dus daarom sloeg zijn metaaldetector uit, en daarom keken Villemot en Elodie zo ontzet.
Hij wordt in zijn gedachtengang gestoord als plotseling Francoise weer binnenkomt. Ze kijkt hem vragend aan terwijl Sloeber koortsachtig probeert om te snappen waar zij zo’n spijt van heeft.
Roger ziet zijn vertwijfeling en stelt hem gerust: Francoise vindt het verschrikkelijk dat ze jou als een buitenlander behandelt heeft en je de wijn heeft laten drinken die gearomatiseerd was met paddestoelen van de gitanes. Terwijl jij nog wel een dorpsgenoot wilt worden! Ze heeft er erg veel spijt van. Francoise! Haal gauw een fles Villemot 2002!”
Elodie springt op en pakt de glazen uit het buffet. Terwijl ze nog met haar rug naar Sloeber staat zegt ze: “Maar je snapt natuurlijk wel dat je nu een geheim van ons kent dat jou aan ons bindt…” Ze draait zich om en haar bruine ogen lijken wel zwart als ze Sloeber indringend aankijkt, in beide handen twee glazen. Langzaam loopt ze op Sloeber toe, de glazen rinkelen licht in haar hand. Haast hypnotiserend houdt ze zijn blik vast terwijl haar stem daalt: “Jij bent nu een van ons. Nu kan je niet zomaar weer weg. Wacht maar tot dokter Villemot zo weer terug is. Hij weet wel wat te doen.”
Elodie zet de glazen neer, schenkt de door Roger ontkurkte wijn in en reikt Sloeber een glas aan. “Drink!”, gebiedt ze.
ook oeps: 001.039
001.040
Sloeber negeert de hypnotiserende blik van Elodie voor een paar tellen en realiseert zich te wachten met drinken. Tot het moment dat zijn gastdame en heer ook een slok van deze wijn hebben gedronken. Er onstaat langzaam maar zeker een gespannen atmosfeer. Zijn het de paddestoelen? Is het de wijn? Is het de slechte adem die hij ruikt van … ja van wie eigenlijk? ..
001.041
Dan…in een flits ziet Sloeber over zijn schouder dat dokter Villemot is binnengekomen.
Villemot sluit zacht de deur achter zich. Hij trekt een keukenstoel dichterbij en gaat daar verkeerdom op zitten, een been aan elke kant. Hij kruist zijn handen op de leuning en laat er zijn hoofd op rusten.
Een walm knoflook, restant van een zware maaltijd, golft Sloeber tegemoet.
Villemot schraapt zijn keel en begint: “En dan nu terzake….jij wilt het huisje van mijn moeder kopen; wij willen onze kelder behouden….hoe doen we dat. En…hoe zorgen we dat Guillome hier niets van hoort…
Sloeber houdt een tel zijn adem in en blijft star voor zich uit kijken.
Dan ontspant hij en zegt met een lage stem:”Ik geef er Euro 45.000 voor. Geen cent meer!”
Dokter Villemot die gespannen heeft zitten luisteren, slaakt een gesmoorde kreet, hapt naar ademen en fluistert dan: “We zijn hier niet in Nederland. Wat denkt u wel?! Dit huis is op zijn minst 75.000 waard. Ik daag u uit!!”
001.043
Sloeber denkt razendsnel na, waarom wilt Villemot het huisje persé verkopen, maar niet zijn kelder kwijtraken.
Hij blijft bij z’n bod, 45.000…..zegt hij nogmaals, en kijkt Villemot daarbij geammuseerd aan, gesterkt door het vermoeden dat Villemot kennelijk geen andere koper heeft.
Villemot springt overeind, waarbij de stoel twee meter door de kamer vliegt, en begint driftig te ijsberen.
Na een moment van ingehouden woede wendt hij zich tot Sloeber en zegt, 60.000 …, “en” een duidelijke afspraak over de kelder. Morgen wil ik een antwoord, sist Villemot hem nog toe, en verlaat dan driftig het vertrek waarbij nog net het deurkozijn de crashtest overleeft.
Stomverbaast blijven Sloeber en Elodie achter, een moment is het doodstil. Elodie draait zich langzaam om naar Sloeber waarbij ze het begin van een glimlach op haar gezicht tovert……………….
Haar raadselachtige lachje doet Sloeber denken aan de Mona Lisa die hij vorig jaar zomer tijdens een vakantie in Parijs over de hoofden van een twintigtal bezoekers heeft mogen gadeslaan.
“Drink nou”, maant ze , en haar stem klinkt nu als fluweel, “Toe, drink onze Villemot 2002!…En zeg wat je ervan denkt.” Haar stem fluistert bijna, en weer is daar haar doordringende blik.
Sloeber kan de verleiding en de zachte druk niet meer weerstaan. Hij zet het glas aan zijn lippen en laat het matrode vocht naar binnen glijden.
Een lichte prikkeling op zijn tong, gevolgd door een schokkend aanwezig aroma doen zijn smaakpapillen haast verlammen. De zware ronde wijn golft door zijn mond en haast verrukt laat hij de slok naar zijn maag glijden. De slepende afdronk doet hem happen naar adem!
Dit is een wijn zoals hij nog nooit geproefd heeft! Dit is magie!
Gebiologeerd blijft Sloeber naar de fles Villemot 2002 kijken. Dan neemt hij nog een slok, en nog een…
Als in extase leunt hij achterover en sluit zijn ogen.
Zeldzaam – deze wijn. Geen wonder dat Villemot deze kelder niet wil verkopen…
Sloeber loopt een beetje verloren rond in het dorp en probeert alle indrukken van gisteren op juiste waarde te schatten. Na een paar glazen wijn fluisterde Elodie hem samenzweerderig in, dat zij een plan heeft hoe Sloeber het aan moet pakken.
Morgenmiddag om twee uur, weet hij zich te herinneren, moet je bij me langskomen en dan vertel ik je ons plan. Hoezo… “ons plan”, betaalt Elodie soms de rekening of hij.
En die kelder zit hem ook nog steeds dwars, waarom wil VilleMot persé het huis verkopen, terwijl hij goed geld zou kunnen verdienen met de opbrengst van de wijn uit de kelder.
In gedachte ruikt Sloeber een zweem van haar geur, en raakt enigszins opgewonden bij de gedachte aan de volgende ontmoeting met Elodie.
60.000 euro…. Sloeber zou dan zelfs nog zo’n 15.000 euro overhouden voor de eerste verbouwingen. Zijn besluit staat vast…… nu of nooit.
Ongemerkt is hij al slenterend in het straatje terecht gekomen waar RF haar uitspanning presenteert aan de toevallige voorbijganger. Door de beslagen ramen ziet Sloeber dat Aat, Dineke en Marjan zich tegoed doen aan een dampende kop koffie en verse croissants. Sloeber bedenkt zich niet en stapt zelfverzekerd naar binnen. Vrienden… roept hij, ik ga m’n boerderijtje kopen. …………….
Aat, dineke en Marjan;; graag jullie eerste reactie op deze mededeling…
001.047
Sloeber… gefeliciteerd met dit grandioze besluit. Je moet het alleen nog wel even regelen met Villemot. Lukt dat allemaal wel? Heb je je goed voorbereid op deze grote stap? Je weet dat je op je vrienden kan rekenen, tenminste op mij, de anderen moeten maar voor zichzelf spreken. Ik wil je altijd helpen.
Ik kamp met wat gemengde gevoelens. Maar dat komt misschien omdat ik Elodie niet vertrouw.
“Elodie…hoezo niet vertrouwen!” Sloeber springt op. Zijn ogen schieten vuur als hij vol emotie bijna-schreeuwt: “Elodie is de betrouwbaarste vrouw die ik in lange tijd ben tegen gekomen. Ze is een bekoorlijke en beschaafde dame. Hoe durf je haar bedoelingen in twijfel te trekken….Ze is, ze is…”
Sloeber begint zachter te stamelen en zijn gezicht loopt rood aan.
Beschaamd wendt hij zijn gezicht af.
Nu zullen ze het allemaal wel door hebben….Eigenlijk heeft hij nu zelf ook pas door dat Elodie hem meer doet dat hij zou willen.
Als hij aan haar denkt breekt het zweet hem uit…..
001.049 (048 is Jeanne)
want dan denkt hij weer aan die ene keer dat hij voor haar kantoor stond en hij van die vreemde geluiden hoorde. Hi jherinnerde zich dat Elodie toen de kroeg was binnengestruind met Guillaume in haar kielzog. Die Guillaume, Sloeber kan hem nog steeds niet goed plaatsen. En naar zijn smaak is Elodie ook veel te aimable met hem.
001.050
Baf..KLENG!! Tatu-Tatu pappaki pappaki……, klonk het opeens in Sloebers hoofd en op slag kreeg hij het Spaans benauwd.. waar was hij in hemnelsnaam mee bezig? Sloeber had z’n vrouw gezegd een weekje naar Bourgondië te gaan om wat makelaars te bezoeken maar er waren al bijna twee weken voorbij gegaan en hij had haar nog niet eens gebeld! en over twee dagen was het alweer Kerstmis. Tjeemig de Peemig dacht Sloeber. Verdooft en als een geslagen hond strompelde hij het cafë uit. Buiten…..
001.051
….sloeg een koude wind hem om de oren. Aan de horizon begonnen donkere wolken samen te trekken.
Hij voelde iets nats op zijn gezicht en trok zijn kraag omhoog….het was waar….het begon te sneeuwen…
Zachte en stil viel de sneeuw naar beneden en in een mum van tijd lag er een dun laagje over de rode daken van het pittoreske Franse dorpje.
De glooiingen van het landschap kwamen er nog beter door tot zijn recht. Tussen de huizen door zag hij hoe de doorkijkjes langzaam veranderden in kerstkaarten.
Hij werd er helemaal weemoedig van.
Hij wilde naar huis, naar zijn Truusje…
Hij wilde haar stem horen en haar haren voelen…
Hoe had hij zich toch zo kunnen laten meeslepen door die Elodie…dat loeder.
Het was die onrust in hem die de laatste tijd zijn kop op stak…. Het waren vast hormonen of zo… Op het kantoor hadden ze het er laatst ook al over gehad.
Tjesus, dat mannen dat ook konden krijgen….
Sloebers rechterhand voelde in zijn jaszak naar zijn mobieltje, en terwijl hij schuilend onder een kale plataan op het pleintje de voorkeurtoets aanraakte, voelde hij een warme gloed door zich heenstromen.
Truusje, ging het door zijn hoofd, Truusje….!
001.052
“Ja?!?” antwoordde en stem heel hoopvol in zijn oor.
“Truusje!” zei Sloeber en zijn keel kneep dicht van de spontaan opgekomen emoties. Hij moest eerst een paar keer slikken voor hij verder kon en nog klonk zijn stem heel raar. ”
Truusje! Ik heb je zo gemist! Ik heb groot nieuws: ik heb ons pannenkoekenhuisje gevonden!”
“……..” Aan de andere kant van de lijn bleef het stil.
“Truusje?” zei Sloeber aarzelend om vervolgens de hoorn een meter van zijn oor te houden, want Truusje antwoordde…
001.053
…..wel met een erg rare stem.
Haar stem klonk wel drie octaven lager. …Zou ze ze keelpijn hebben…??
“Ja, wie is daar?”- het was ontegenzeglijk een mannenstem!
Geschrokken hield Sloeber de hoorn een stukje weg van zijn oor. Dit kon toch niet!
Hij luisterde opnieuw en hoorde hoe de stem weg van de hoorn zei: “Truusepuus, wie ik nou toch aan de lijn heb! Volgens mij zijn het van die flauwe pubers… Zal ik maar opleggen?”
….Truusepuus……Who the hell was dat – die stem?!
De hoorn werd aan de andere kant opgelegd.
Sloeder was helemaal perplex. Truusepuus…..wie in Godsnaam durfde zij Truusje Truusepuus te noemen?
Wat gebeurde daar helemaal in Nederland?
Volkomen ontdaan liep Sloeber een tijdje rond in de neerdwarrelende sneeuw. Truusepuus galmt het nog steeds na in zijn hoofd. Godbeter het, zijn Truusje van bil met een vreemde snuiter…. en dat na zoveel jaar van onverbiddelijke trouw van zijn kant. Het is ontgoochelend voor Sloeber, en hij weet niet wat ie ermee aanmoet. Heeft ie eindelijk de droomplek gevonden, wordt deze op bizarre wijze aan gruzelementen gesmeten. Opeens realiseert hij zich dat Truusje maar weinig bezwaar maakte tegen zijn solotrip naar het Franse, en had hun laatste nacht samen, voor zijn vertrek, niet meer die vurige hartstocht van een paar maanden geleden. Snikkend zet Sloeber zich op een vergeten terrasstoel en weet zich geen raad met de situatie. Zijn Truusje…. met zo’n vreemde snuiter… Hoelang Sloeber daar heeft gezeten weet hij niet, maar hij ontwaakt uit zijn zelfmedelijden door een warme vrouwenstem. “Wat doe jij hier nou”, we hadden toch afgesproken om ons plannetje te beramen………
ronaldus 001.054
001.055
Verschrikt kijkt Sloeber omhoog. Verrek, daar heb je dat mens weer…
Met haar mooie ogen en haar hypnotiserende blik vangt ze hem in haar web. Maar hij wil niet meer!
Het lijkt wel of de koude zachtfluisterende sneeuw hem wakker schreeuwt.
Het scheurt en gilt binnen in Sloeber: wat heb ik aan een huisje in Frankrijk als ik er straks alleen zit!!
Waarom heb ik Truus niet meegenomen!
Truus die eigenlijk ook wel mee wilde, maar die dan in een iets beter hotelletje wilde overnachten, wat hem te prijzig was. Waardoor ze zei´dan ga je maar alleen´.
Wat een sufferd was hij toch!
Dit avontuur wilden ze met zin tweeen aangaan, dan moesten ze ook met z´n tweeen het beleven….
Stomme zuinige Hollander die hij was…
001.056
Spijt….dat had hij, Sloeber.
Hij wil terug naar Truus, en wel nu….meteen!
Opnieuw tast hij in zijn broekzak en vindt zijn mobiele. Koortsachtig toest hij met zijn net iets te grote vingertoppen de toets in….de weg naar huis….
De telefoon gaat over….. Wie zou er in Godsnaam aan de telefoon komen?!
Voor het eerst in jaren bidt Sloeber: kort maar krachtig – met zijn hele ziel: laat het mijn Truus zijn die op me wacht……
001.57
hallo, met Karel.. met wie spreek ik? De schrik slaat Sloeber om het hart. Wat ís dit zeg, wat gebeurd er toch allemaal? Hallo, hallo? Kan Sloeber nog net fluisteren.. K.k.k.k.k.karel?? wie ben jij? WIE BEN IK? Sloeber toch, ouwe centenkakker, ik ben het Karel, de neef van Truus..
Langzaam trekken de vlekken voor Sloebers ogen weg. Zeg Sloeber, gaat Karel verder, ik hoor van Truus dat je in Frankrijk bent om een vakantiehuisje te zoeken. Wat geinig, heb je al wat gevonden?
Tjeemig de Peemig.. neef Karel, wie had dat nou gedacht. Maar voordat Sloeber kan antwoorden..
heeft Karel weer het woord genomen.
“Je weet Sloeber dat onze oom Henk overleden is en nu blijkt dat hij ons iets heeft achtergelaten, een bedrag wat de neven en nichten samen mogen besteden. Daar oom Henk francofiel was, heeft hij bepaald dat het bedrag uitsluitend gebruikt mag worden voor een gezamenlijk familiehuis in Frankrijk, dus….
Sloeber kon zijn oren niet geloven, had hij nu al die dingen voor niets meegemaakt ?
“Maar hoe is het dan met Truus” wilde hij toch wel weten.
“Ik moet van Truus zeggen dat je maar meteen naar huis moet komen, want ze wil dat je weer bij haar komt, dan kunnen jullie samen van het familiehuis in Frankrijk gaan genieten; het is dan wel niet alleen van jullie, maar dat hoeft toch niet. Samen met de familie kan ook leuk zijn, ook al ben je van de koude kant.”
En zo geschiedde, Sloeber pakte zijn schamele bezittingen bij elkaar en vertrok richting Nederland en ze leefden……
…nog verschrikkelijk lang in onmin en wrok.
(mag gedeleted worden)
001.59
Het is een mooie lentemorgen in la France als Sloeber zijn ogen openslaat en zacht doezelend er achter komt dat hij in een straaltje zonlicht baadt dat door een kier van een verschoten gebloemd gordijn schiet.
Buiten hoort hij het gekletter van het opzetten van kraampjes en het daarbij passende gerumour van Franse marktlieden.
Links naast hem licht Truus te slapen: haar mond ietsjes open, haar haren (met lichte uitgroei) golvend om haar gezicht…. Een bloot been steekt onder de dekens uit – het was een fijne nacht in overigens iets te kort frans hotelbed.
Zacht schuift Sloeber uit bed en sluipt naar het raam. Door de oude ramen ziet hij hoe het stadje wakker is geworden om de wekelijkse markt in te richten. Het is een plezierige bedrijvigheid, waarin toeterende auto’s en kijvende stemmen als vanzelfsprekend de boventoon voeren.
Sloeber keert terug naar bed en streelt Truus over haar arm.
Heel langzaam draait ze zich om en zucht slaperig nog met haar ogen dicht: “Hmmmm?”
Zacht zegt Sloeber: “He joh, wordt wakker…vandaag gaan we het contract ondertekenen…we moeten om 11.00 uur bij de makelaar zijn…en ik wil voor de tijd nog wel even over de markt….”
001.60
Truus trekt zich uit en antwoordt geeuwend “Ok, maar we gaan eerst even uitgebreid ontbijten….voor zover dat uitgebreid kan in la France!!”
Als ze na een ontspannende douche in een badkamer met donkerrode vloerbedekking op de grond (!!) fris gekleed de ontbijtzaal van het dorpse hotel betreden zijn ze de eerste en zo het zich laat aanzien ook de laatste gasten van die ochtend.
Het ontbijt staat al klaar: de jus-d-orange, de twee grote koppen koffie, het mandje met de twee croissants en de twee stukjes stokbrood, en de paar cupjes jam.
In alle rust verorberen ze het maal, en concluderen dat het niet veel was, maar wel genoeg.
Tevreden slenteren Sloeber en Truus naar buiten, de ogen knipperend voor het zonlicht, op weg naar de vrolijk schetterende zaterdagsmarkt.